+31(0) 6 53 24 78 44 info@denhoed-co.nl
Macht

Macht

Macht

(bronnen: Dennis H. Wrong (Power) en Brian Klaas (Macht).

Een bekend adagium, bedacht door de Engelse historicus Lord Acton, is: “Power corrupts and absolute power corrupts absolutely”. De verleiding om macht te misbruiken om voordelen te behalen, is altijd aanwezig. Dat kunnen materiële of financiële voordelen zijn, maar ook immateriële, zoals seksuele gunsten.

Meten van macht

Macht speelt in het sociale, en m.n. in het politieke systeem, een centrale rol. Aan het meten en registreren van macht wordt daarom veel belang gehecht. Maar het is een gecompliceerd begrip dat zich niet eenvoudig en eenduidig leent voor wetenschappelijke metingen.

Om macht te meten worden verschillende methoden gehanteerd. Volgens sommige deskundigen meet elke methode een andere dimensie van macht. Daarom worden vaak meerdere methoden tegelijk gebruikt:

– De conditionele methode is een methode om de macht van actoren en organisaties te meten op basis van de middelen waarover deze actoren of organisaties beschikken, in combinatie met de wijze waarop zij deze middelen aanwenden. De middelen bestaan uit financiële, culturele (medewerkers), organisatorische (bestuurders), sociale (netwerk) en Informatie (kennis, ervaring, expertise) middelen;

– Om vast te stellen welke actoren de meeste macht hebben, gaat men met de formele positiemethode na welke actor de meeste en de meest vergaande formele bevoegdheden heeft;

– De netwerk-methode sluit aan bij de formele positiemethode, maar let meer op gedrag dan op formele posities. Gekeken wordt naar de macht die uit kan gaan van netwerken. Bestudeerd wordt “wie met wie omgaat”;

– Volgens de participatie-methode oefent iemand die deelneemt aan het politieke proces per definitie feitelijke macht uit;

– De besluitvormingsmethode let niet alleen op de participatie, maar ook op het gewicht van de invloed van de diverse actoren op de uitkomst van de besluitvorming;

– De before-after methode wordt vaak gecombineerd met de besluitvormingsmethode. Deze methode gaat ervan uit dat degene wiens oorspronkelijke eisen het dichtst bij de uiteindelijke beslissing liggen, de meeste macht heeft uitgeoefend.

– De reputatie-methode vraagt personen hun mening te geven omtrent de vraag wie de meeste en doorslaggevende macht heeft. Men kan bijvoorbeeld deskundigen of bekleders van formele posities enquêteren. Naar machtsbronnen zoals bijvoorbeeld beloningsmacht, beïnvloedingsmacht, legitieme macht (gezag), expertise-macht,  referentie-macht (o.b.v. prestige of bewondering).

Aantrekken van niet-corrumpeerbaren

Het onderzoek dat door Brian Klaas is uitgevoerd, heeft een tiental lessen opgeleverd hoe macht is te beteugelen:

  1. Actief de corrumpeerbaren eruit zeven.

Een zorgvuldige screening lijkt misschien duur, maar een degelijk onderzoek in een vroeg stadium kan je later heel veel geld, tijd en onnodige schade besparen.

Welke interventies je ook pleegt, het komt vooral neer op de erkenning van het kernprobleem dat degenen die niet aan de macht zouden moeten komen, geneigd zijn die macht na te streven. In elk systeem dien je daarom de niet-integere, machtshongerige kandidaten er uit te zeven.

  1. Gebruik loting en een schaduwkabinet als toezichthouder.

Een willekeurige selectie maakt mensen nederig, het winnen van een concurrentiestrijd – zoals verkiezingen – niet. Een betere werving, in combinatie met supervisie door middel van loting maakt de kans kleiner dat slechte mensen slechte besluiten nemen.

  1. Rouleer om misstanden te beperken.

Roulatie werkt het best als er een flink percentage mensen in de organisatie eerlijk en integer is. Des te integer de mensen zijn die je in het systeem laat rouleren, des te effectiever voorkomt en onderdrukt die tactiek malversaties door machthebbers. Als iedereen gesuperviseerd wordt door een willekeurig mengelmoes in een schaduwbestuur, dan is dat nog effectiever.

  1. Controleer het besluitvormingsproces, niet alleen de resultaten.

Corrumpeerbare mensen streven macht na en zijn vaak erg goed in die te krijgen.

Toch zijn deze vier ‘interventies’ niet voldoende. Er is nog een probleem, namelijk dat de menselijke versie van ‘een rotte appel’ heel goed is in het zichzelf vermommen als smetteloos fruit, omdat wij zelden onder de oppervlakte kijken.

De manier waarop wij leiders waarderen, is vaak in het voordeel van sluwe manipulatoren die eerlijk en succesvol lijken te zijn. Daar dienen we dus ook rekening mee te houden en nog verandering in aan te brengen.

Wat kunnen we nog doen om ervoor te zorgen dat mensen, als ze het eenmaal voor het zeggen hebben, niet worden aangetast door de ondermijnende, corrumperende effecten van de macht?

  1. Zorg voor krachtige, regelmatige reminders aan de verantwoordelijkheid.

Regelmatig herinnerd worden aan je verantwoordelijkheden kan effect hebben, maar andere factoren kunnen zwaarder wegen. Om beter gedrag te verkrijgen moeten we dus reminders aan verantwoordelijkheid koppelen.

En aan een tweede psychologische insteek: machthebbers confronteren met de kosten en de consequenties van hun handelen. Als we het mensen op machtsposities het namelijk niet van tijd tot tijd ongemakkelijk maken door hen te confronteren met…, dan…

  1. Zorg ervoor dat machthebbers mensen nooit als abstracties gaan beschouwen.

Het is makkelijker dan ooit een bureaucratisch monster te zijn. Iemand die levens beschadigt, verwoest of zelfs beëindigt zonder ooit op te staan uit zijn of haar comfortabele kantoorstoel. Of het leed dat hij / zij berokkent, zelfs maar onder ogen te zien.

Er bestaan hele bedrijfstakken waar de gevolgen van ongemakkelijke beslissingen buiten het gezichtsveld gehouden worden van degenen die ze nemen. De baas wordt elk beetje emotioneel ongemak bespaard.

Een gezonde hoeveelheid ongemak is wellicht precies wat mensen, die moreel ingewikkelde beslissingen moeten nemen, nodig hebben. Een rechtgeaarde baas zorgt ervoor dat hij de mensen die de gevolgen van zijn beslissingen ondervinden in de ogen kan kijken.

Er zijn voldoende aanwijzingen om aan te nemen dat er in onze samenleving minder misbruik zou voorkomen als we ervoor konden zorgen dat CEO’s, politieagenten en politici deze methode zouden toepassen…

  1. In de gaten gehouden mensen zijn aardige mensen.

Onderzoek heeft aangetoond dat mensen die in de gaten worden gehouden, zich over het algemeen beter gedragen. Het is duidelijk dat we niet langer exclusief afhankelijk zijn van goden of godsdiensten om mensen te laten vrezen dat ze betrapt worden en gestraft zullen worden voor hun slechte gedrag.

  1. Houd de controleurs in de gaten, niet degenen die gecontroleerd worden.

Het is voldoende om de mensen aan de macht te laten denken dat ze elk moment bekeken kunnen worden. Op die manier hoeven we niet voortdurend elkaars privacy te schenden. Juist machthebbers zullen zich nog wel een keer bedenken voordat ze overwegen die macht te misbruiken.

  1. Toewijzen om afschrikking te vergroten en schending van privacy te verkleinen.

Het hoeft niet steeds de stok te zijn in plaats van de wortel. Goed ontworpen systemen zouden ook goed gedrag moeten kunnen belonen.

In Zweden bijvoorbeeld werkte een maatregel tegen te hard rijden twee kanten op. Degenen die te hard rijden, worden bekeurd. Maar degenen die onder de maximumsnelheid blijven, maakt kans op een lot uit een loterij. De boetes die de hardrijders betaalden werden gebruikt als prijs voor de willekeurige winnaars onder de gezagsgetrouwe rijders.

  1. Wacht niet langer op principiële redders; maak ze zelf.

Te veel van onze huidige systemen trekken onevenredig veel corrumpeerbare mensen aan en helpen ze vervolgens aan de macht. Eenmaal aan de macht, verandert die macht hen, ten kwade.

In plaats van te wachten op onze principiële redders, is het realistischer onze systemen te veranderen zodat mensen zich ‘fatsoenlijk’ gedragen, alleen desgevraagd macht uitoefenen in plaats van die te zoeken, en op tijd afstand doen van die macht in plaats van te genieten van het bedwelmende effect als de corruptie eenmaal is begonnen.

High performance organiseren

High performance organiseren

Teams zullen in de toekomst de voornaamste bouwstenen zijn voor de prestaties van organisaties. Niet dat organisaties het vormen van teams zullen promoten. Het is veeleer een kwestie dat teams het individu zullen overtreffen. Met name als er meerdere skills, ervaring en een gedragen besluitvorming nodig zijn.

Teams zullen een organisatie naar een hoger niveau kunnen tillen, naar een high performance niveau. Het versterken van zo’n cyclisch proces – van teams en high organizational performances – zal de high performance organisatie van de toekomst karakteriseren.

Teams

Om zo’n vermogen en kracht te ontwikkelen, zullen organisatie zichzelf gedurende een cyclisch proces van meerdere, grote veranderingen gericht dienen te managen. Het vraagt van de mensen in de organisatie dat ze – in de dingen die ze vandaag de dag doen – van goed naar excellent doorgroeien.

 

bron: Wisdom of Teams, Katzenbach & Smith

Teams kunnen zeker helpen bij het richting geven, inspireren, integreren en energie leveren aan de brede basis van veranderingen in gedrag. Ze zullen verwachtingen qua doel en prestaties neerzetten, de focus en commitment intensiveren, energie geven aan het samenwerken, essentiële vaardigheden opbouwen, kennis delen en verspreiden naar diegenen die deze het meest nodig hebben om te presteren.

Teams aan de top

Vaak zullen dit soort cyclische veranderprocessen door het team aan de top worden geleid. Het bouwen aan een high performance team aan de top is veel moeilijker dan elders in de organisatie.

Senior management teams vinden het extreem moeilijk om voor zichzelf een team purpose, team doelen en doelstellingen, en gezamenlijk te leveren werk af te spreken waarvoor ze als team verantwoordelijk en op aan te spreken zijn.

Een team aan de top dient zich te realiseren dat er niets zo corrosief en fnuikend is voor organisatie-prestaties als een pseudo-team aan de top.

Verwachtingen

Voor het realiseren van een high performances in een organisatie wordt er van de top veel verwacht. Het begint met het als team geloofwaardig neerzetten van visie-gedreven leiderschap. Gebaseerd op de organisatie-eigen competitieve bronnen en vaardigheden, op geïnspireerde, doelgerichte, lerende en energieke werk-teams, en op een open communicatie en het ontwikkelen en delen van kennis.

Dat alles zal uiteindelijk leiden – in een cyclisch verander- en verbeterproces – tot high performance teams in een high performance organisatie …

Business Innovation Studio concept

Business Innovation Studio concept

Het concept van de Business Innovation Studio is speciaal ontwikkeld voor applied science instellingen die middelgrote organisaties en business units willen helpen om te innoveren. Voor die organisaties / bedrijven die, op weg naar de toekomst, willen mee-surfen op de golven van mega-trends en de Sustainable Development Goals.

Strategisch én entrepreneurial

Het concept is toegespitst op organisaties / bedrijven die in teamverband, creatief, hands-on, strategisch én ondernemend denkend, de kansen en mogelijkheden voor een profijtelijke toekomst willen onderzoeken. Het concept kan – muzikaal gezien – omschreven worden als een fusion van klassieke muziek (vaste structuur, vrijheid in interpretatie, timing) met jazz (a.d.h.v. thema, improviseren en freewheelen). Het is strategisch en ondernemend.

Features

De hands-on benadering en het visuele aspect van de Business Innovation Studio zijn dé voornaamste krachten, de features, van het concept.

  • De essentiële insteek is dat niet alleen het denken, maar ook het doen (maken van visuals) en een dynamische oordeelsvorming worden gestimuleerd.
  • De deelnemers (alumni / honours studenten / medewerkers) leren – in team verband – naar de organisatie te kijken vanuit verschillende bedrijfskundige, sociale en procesgerichte brillen
  • Last but not least, de deelnemers worden zowel op inhoud als op persoonlijke en team processen begeleid.

Business Studio opzet in essentie

  • Uitgaande van een organisatie met een concrete innovatie-vraag
  • die wil mee-surfen op de mega-trends en de Sustainable Development Goals
  • met een focus op mensen en (organisatie-)processen
  • met als basis een learning by doing attitude, denken én doen
  • creatief, hands-on ondernemend én strategisch denkend >> studio
  • waarbij mensen / partijen van en met elkaar leren.
  • Aangereikt worden bewezen (wetenschappelijke – bedrijfskundige) modellen, technieken,  formats, schema’s
  • en visualisatie technieken die makkelijk communiceerbaar en overdraagbaar zijn
  • waarbij de meest aansprekende en cruciale visuele ‘bouw’-werken, visuals, stroomschema’s en infographics worden meegegeven
    en, indien gewenst, omgezet naar een klittenband-wandkleed + iconen. Storytelling en infotainment maken het gehele verhaal compleet, ‘verstaanbaar’, welhaast ‘grijpbaar’ en overdraagbaar… met aandacht voor VIRAAL leiderschap

De zeven fasen

In het eerste fase wordt een (fictieve) lucht-foto gemaakt van de huidige, interne situatie van de organisatie / het bedrijf en de lopende processen.

  • vanuit verschillende bedrijfskundige analyse-modellen wordt naar de organisatie / het bedrijf gekeken
  • waardoor er zinvolle en voldoende-grondige research en analyses gepleegd kan worden met fotografische tijdlijnen (oprichting, historie boven- en onderstroom, leidende principes, hero’s, rituelen en tokens, context, …)
  • met o.a. in de huidige situatie ook de Gemba walk, AoN en AoA incl. KGTIO en FMEA, Value Chain, floor plan + Kaart-Draad techniek, Touch points, Front en Back stages, image en cultuur (Corporate Tribes), Bell-Mason diagnose, Routekaart, SqEME, processchema’s, Customers Journeys, Service Design Thinking, Service Blue Prints, Empathy mapping, maar ook Elementair Samenwerken, Classroom as Workshop, Oordeelsvorming, Vragen stellen, 3 Vragen, Mudra, Maitri, ademhalingstechnieken, etc.
  • zodanig dat de resultaten / conclusies visueel of met infografics kunnen worden weergegeven.

In fase II worden twee lucht-foto’s gemaakt, van het business model en van het ecosysteem. Einddoel  van het onderzoek en de analyse is een visuele weergave van de uitkomsten met visuals zoals bij de Board of Innovation.

In fase III wordt nagegaan welke Mega-trends relevant zijn en uitgelegd wat de Donuteconomy inhoudt en wat Sustainable Development Goal’s zijn.

  • Onderzocht wordt op welke van deze golven de organisatie mee kan surfen, op weg naar een duurzame toekomst.
  • Het onderzoek dient ook om er achter te komen welke golven het meest relevant en profijtelijk zijn voor ontwikkeling en groei.van de organisatie
  • de Sandwich techniek – waarbij er een display wordt samengesteld van mogelijke ’toepassingen’ – kan helpen om het denken over ‘oplossingen’ een boost te geven;
  • een Tour d’Horizon langs bedrijven / organisaties die (enkele van) de SDG’s omarmt en toegepast hebben, eveneens;
  • check en evaluatief nagaan van denkkaders, denkpistes en alternatieve data mining.

In fase IV wordt vervolgens nagaan waar mogelijke Innovation Sweet Spots en waar de (kansrijke) Blind Spots bij de organisatie zitten.
Aan de hand van visueel-creatieve methoden en technieken – o.a. Meta-Innovation en Innovation disciplines, Design en Lateral Thinking, Ontwikkelen van een Vraagcultuur, cultuur-schetsen, de Waardekaart van De Bono, Lean methode, Dynamische Oordeelsvorming, Economische, Politieke, Sociale en Financiële overwegingen, Innovatie types en de Innovatie Matrices, etc. – worden vervolgens de meest-belovende, eerste keuzes gemaakt

in fase V worden aan de hand van wensen, cultuur, gemaakte keuzes en scenario’s twee of drie opties voor een mogelijke toekomst ontworpen. Visuele creatieve technieken (Bell Mason, Blue Ocean scenario’s, Effecten arena’s, Board of Innovation business modellen, Wardley map, diverse Canvas modellen, socio- en infographics, ORAPAPA, Groeimotor en Vliegwielmodel, Go digital – Stay Human, Het Verzorgen van Sociale Initiatieven,  …) moeten de opties helder en duidelijk neerzetten en welhaast grijpbaar maken.

In fase VI wordt via filmisch vertellen – met de nodige aansprekende detaillering en voornaamste aangrijpingspunten – toegelicht hoe de organisatie de toekomst in zou kunnen gaan. Met indicaties voor een mensgericht veranderproces, adequaat change management aanpak, passend leiderschapsstijl en (mogelijke) hub-vorming.

Een Maquette, de meest relevante visuals en een aantal overall wandkleden van klittenband + iconen worden – met de nodige uitleg / infotainment – aan de organisatie overhandigd, zodat de basis van de organisatie ook kan zien waaraan gedacht en gewerkt is en als zodanig ook kan meedenken, meedoen en meebeslissen.

In fase VII worden directies / managers desgewenst bijgestaan met het in gang zetten en uitvoeren van de verkozen en geaccordeerde aanpak en veranderingen. Relatief kleine en ‘handzame’ projecten en activiteiten hebben daarbij – historisch gezien – de meeste kans van slagen. Grote, omvangrijke projecten zijn in de regel minder succesvol…

Toepassingen

Het concept is bijzonder geschikt voor middelgrote organisaties die – met ondersteuning van alumni of honours studenten – willen nagaan waar hun meest profijtelijke Innovation Sweet Spots liggen en waar de (hinderlijke >> kansrijke) Blinds Spots zitten

Het concept is ook goed te gebruiken bij Inspectiediensten die willen overgaan naar een vorm van Bestuurstoezicht bij specifieke (‘hinderlijke’) organisaties / bedrijven.
Ook voor audit-teams is het concept goed toepasbaar om medewerksters visueel duidelijk te maken waar kansrijke mogelijkheden liggen.

Het concept kan ook – in een speciaal toegesneden format – toegepast worden door bijvoorbeeld Media & Communicatie bedrijven of IT/ICT bedrijven om klanten te helpen bij hun (digitale) communicatie- en interactie-behoefte en hun cultuur – structuur.

 

Lerende Organisatie

Lerende Organisatie

Lerende Organisatie

In een lerende organisatie zijn denken en doen gekoppeld. Leren en presteren zijn integraal verbonden. Door een directe feedback over de kwaliteit van prestaties, individuele en groepsgewijze reflecties en continue aanpassingen op basis daarvan.

Collectief leren

Wierdsma en Swieringa hebben in 2011 gesteld dat verandering tot stand brengen een vorm van leren is, zowel op individueel niveau als op groepsniveau. Zij hebben 3 niveaus van leren beschreven: het enkel-, het dubbel- en het drieslag leren.

Een lerende organisatie is een organisatie die zich continu en op alle niveaus aanpast aan de voortdurende veranderingen in haar omgeving.

Een simple stap is voldoende. Begin klein en bottom-up.

Organisatieveranderingen bestaan uit het veranderen van en door individuen. Een individuele herbezinning leidt tot collectieve herbezinning. Veranderingen in een organisatie worden bereikt door de onderlinge afhankelijkheid die zich combineert met de eigen zelfstandigheid.

Enkelslag leren: regels

Bij enkelslag leren wordt er geleerd op het niveau van regels en de praktische uitvoering. Enkelslag leren gaat over oorzaak en gevolg denken, waarbij de benadering vooral instrumenteel is.

Het leidt tot verbetering van de bestaande regels zonder dat de onderliggende inzichten en principes ter discussie worden gesteld.

Met regels worden alle expliciete en impliciete aanwijzingen bedoeld omtrent het gewenste gedrag van de organisatieleden. Wat moeten en mogen wij? Het waarom van de bestaande regels staat niet of nauwelijks ter discussie. Nieuw gedrag ontstaat door aanpassing van de regels

Dubbelslag leren: inzichten

Bij dubbelslag leren veranderen gaat het niet alleen om het veranderen van regels, maar juist om het ter discussie stellen van de achterliggende  en onderliggende regels en de daarbij behorende inzichten. Daardoor worden achterliggende inzichten vernieuwd.

Dit vraagt een hoger niveau van inzicht en er zijn vaak meer mensen bij betrokken. Dubbelslag leren richt zich op vernieuwing, en juist dat leren veroorzaakt regelmatig conflicten.

Het gaat om het stellen van Waarom vragen. De categorie is weten en begrijpen. Het leren speelt zich af op een abstracter niveau. De vraag is niet meer wat je doet, maar waarom doen we het zoals we het doen? De 5x Waarom-methode kan goed van pas komen. Nieuw gedrag ontstaat omdat men nieuwe inzichten opdoet en inzet.

Drieslag leren: principes

Bij drieslag leren worden essentiële principes en waarden waarop iemands leven, baan en organisatiebeeld is gebaseerd ter discussie gesteld en heroverwogen. Kortom, de missie, visie en identiteit van een organisatie staat ter discussie.

Drieslag leren is uitdagend omdat vanzelfsprekendheden ter discussie worden gesteld en dat men het oude vertrouwde los laat door nieuwe principes te ontwikkelen. Drieslag leren richt zich op ontwikkeling en men noemt dit ook een leren op identiteitsniveau.

Drieslag leren betekent een ter discussie stellen van de essentiële principes waarop de organisatie is gebaseerd. Het gaat om het stellen van de kernvragen zoals: “Wat willen wij zijn met elkaar?” “Hoe willen wij met elkaar omgaan om dat te bereiken?” En vooral: “Welke intrinsieke wil is er om te veranderen?” Drieslag leren is van belang voor het creëren van eigenaarschap bij medewerkers.

Hoe kom je tot drieslag leren?

Door het onderzoeken en bespreekbaar maken van persoonlijke waarden en principes van en deze aansluiten met de visie en onderliggende principes en waarden van de organisatie. Het gaat hier om het samen willen en kunnen doen, dus niet door het opleggen van waarden en principes.

Dat organisaties blijvend moeten veranderen is duidelijk. Lerende organisaties dienen Wendbaar en Agile te zijn. Het hanteren van een methodiek als collectief leren is dus vanzelfsprekend.

Dit vraagt om het opstarten van gesprekken over de huidige werkwijze en overtuigingen. Je kijkt daarbij niet alleen naar wat men doet, maar stelt ook de Waarom vraag. Denk daarbij ook aan de IJsberg van McLelland en de Leercyclus van Kolb. De genoemde leerniveaus lijken ook veel op de Gouden Cirkel van Simon Sinek.

Nuttige websites:

– https://www.agile4all.nl/collectief-leren-enkel-dubbel-en-drieslag-leren/

https://petersnijders.info/drieslagleren/

https://www.agile4all.nl/wat-is-teamleren-volgens-bijlsma/

https://www.agile4all.nl/wat-is-de-taxonomie-van-bloom/

Teams

Teams

De wereld wordt geregeerd door teams. Door bestuursteams, directie teams, business teams, management team, project teams, In de Corona-tijd is de nadruk op het functioneel en succesvol samenwerken extra in het zoeklicht komen te staan.

Een team

Teams bestaan – in Human Design termen – uit 3-5 personen. Het harmonieuze en veilige gevoel van een team komt waarschijnlijk voort uit de gezinssituatie. De kleinste eenheid in het leven van vele mensen. We leven allemaal in een team, lopen dagelijks rond in een team, zijn geboren en opgegroeid in een team.

In de Corona-tijd is de nadruk op het functioneel en succesvol samenwerken in een team extra onder de aandacht komen te staan. Door het niet mogen samenkomen, zijn digitale omgevingen – zoals FaceTime, Skype, Zoom en Calendly, Microsoft Teams, G Suite, Slack, Smartsheets, maar ook een Airtable en Paymo  – bewust en gericht opgezocht.

Wat niet verhinderde dat mensen toch de sterke behoefte hadden om af en toe samen te komen, om elkaar real life te ont-moeten. De belemmering zat in de overheidsbepaling die dit alleen in kleine groepen toestond. In de bedrijfsoptiek werd dat veelal vertaald naar … in de hoogstnoodzakelijke teams dus.

Voor de uitvoerende teams was de noodzaak wellicht nog hoger dan voor de bestuurlijke teams. Bij die uitvoerende teams werd het gevoel dat 3-5 mensen het maximum is om functioneel en succesvol samen te werken al heel snel en pregnant duidelijk. Bij een groter aantal, bij zes al, voelden mensen zich al gauw teveel, niet echt connected, en haken ze af of vormen subgroepjes.

Kleine groep

De kern van organisaties wordt vaak gevormd door teams. Door teams die soms dwars door de organisatie heen lopen. En formeel of informeel samenkomen. De informele teams worden gevormd door mensen met eenzelfde kennisachtergrond, met eenzelfde aandachtsgebied, met eenzelfde issue of topic waarvoor ze zich verantwoordelijk voelen…

De informele teams zijn vaak de onzichtbare kracht van de organisatie, in wel en wee, in goede tijden en in slechte tijden.

De formele teams zijn de teams die een uitvoerende taak of opdracht hebben. Bij een samenstel van een aantal teams spreken we van een kleine groep. Een kleine groep is functioneel, effectief en succesvol als deze uit drie teams bestaat, aangevoerd door een alpha. Uit 9-15 mensen dus, met een verkozen leider om de zaak aan te sturen.

Grote groep

Organisatorisch gezien wordt het interessant als we naar grotere groepen, naar corporates en multinationals, gaan kijken. In 1997 publiceerde Shell topman Arie de Geus een boek met de titel  “The Living Company: Habits for Survival in a Turbulent Business Environment”.

In zijn boek legt De Geus uit waarom zoveel bedrijven al vroeg het loodje leggen. Met een levensduur van gemiddeld zo’n twaalf jaar – en voor multinationals een 40 jaar – hoe komt het dat sommige bedrijven al eeuwen bestaan? De Geus geeft aan dat het antwoord zit in de mensen en niet in de financiële activa. Hij geeft als verklaring dat de langst levende organisaties het bedrijf behandelen als ‘living work communities’, meer nog dan een puur economische machine.

Uit de opmerkelijke verhalen bij deze langlevende bedrijven destilleert De Geus als essentieel element het familiale verband. Het zijn juist de familiebedrijven die het eeuwenlang hebben volgehouden. De kern wordt gevormd door close teams en wordt versterkt door de bloedlijn. Deze geven een sterk saamhorigheidsgevoel en een forse competitieve drive. Al deze elementen vormen samen de prescriptie voor een lange levensduur van een organisatie.

Historisch gezien valt het op dat organisaties die het magische getal van eenentachtig, ergo 81 medewerkers, overschreden,  kennelijk een bepaald  mate van duurzaamheid verkregen. En daarmee een grote kans van slagen op een doorgroei en een lange levensduur. Het aantal van 81 wordt verklaard uit het feit dat zo’n grote groep bestaat uit een aantal kleine groepen, waarbij vijf kleine groepen van 16 personen, aangevoerd door een top-alpha, het omslagpunt vormen naar een duurzame en langlevende organisatie.

Fenomeen

De laatste decennia is het fenomeen van een netwerk meer in de belangstelling komen te staan. Was het zo dat bij familiebedrijven de familie in een mindere perioden of bij een crisis bijsprong, de vraag was waarom bijvoorbeeld Microsoft het zo lang volhoudt. Het antwoord lag niet in de binnenwereld maar in de buitenwereld. Microsoft heeft een gigantisch netwerk aan toeleveranciers en afnemers opgebouwd. Vele bedrijven, instellingen en overheden zijn op cruciale punten afhankelijk geworden van Microsoft. Ze fungeren als een zeker vangnet – een lifesaving global netwerk – voor het bedrijf.

Haier voegt een nieuw hoofdstuk toe aan dit fenomeen. De Rendanheyi filosofie – de klant centraal – levert een vortex aan energie en ware bron voor innovaties op. De vele duizenden toegewijde kleine bedrijfjes in het Haier eco-systeem vormen een hecht netwerk waar samenwerken in teams een essentie is en de focus op de onderliggende klantvraag de kern vormt van de groei en het succes van Haier.

Succesvolle teams

Succesvolle teams

Wil een team van 3-5 personen werkelijk succesvol zijn, dan zijn de 6 kanalen, waarlangs energie stroomt, en de twaalf business vaardigheden absoluut noodzakelijk, een must have.
Bij een teamanalyse en team engineering zijn de volgende vragen relevant om te beoordelen of een team werkelijk succesvol kan zijn:

  • Welke gaven of kwaliteiten worden aangesproken bij elk persoon?
  • Wie voelt zich comfortabel – en wie niet – in deze groepssetting?
  • Wat is het niveau van effectiviteit en waar zit de flow van energie?
  • Wat zijn de potentiële moeilijkheden en uitdagingen?
  • Wat zijn seinposten van energie-verlies en ineffectiviteit?
  • Hoe kan het team het werk verbeteren?

Succes van teams

Het succes van een team hangt niet alleen af of een team een ‘kunstje’ al eerder – en met succes – heeft vertoond (de Twee Koplampen), of in welke ontwikkelingsfase een team zit, of de individuele, de team doelen en het uiteindelijk resultaat duidelijk zijn. Uiteraard zijn dat belangrijke aspecten, maar neen, het succes van een team wordt vooral bepaald door het gegeven of een team compleet is qua benodigde vaardigheden c.q. kwaliteiten dan wel gaven. In veel gevallen is dat de doorslaggevende factor geweest bij succesvolle business teams. De twaalf vaardigheden worden in het volgende schema weergegeven.

Missende vaardigheden / kwaliteiten dienen, indien mogelijk, door externen te worden ingevuld. Overlappende vaardigheden /kwaliteiten kunnen in het team een probleem veroorzaken. Zaak is dan dit 1-op-1 – bij voorkeur met een coach – uit te vogelen op “het beste voor het team en het beste voor de persoon”.