+31(0) 6 53 24 78 44 info@denhoed-co.nl
Hoogbegaafd

Hoogbegaafd

Er is nogal wat literatuur over hoogbegaafdheid. Vooral gericht op docenten, hoe zij hun leerstof – hun verrijkingsmaterialen – zo overzichtelijk en behapbaar mogelijk kunnen overdragen. En daar gaat het fout. Hoogbegaafdheid is zo breed, zo complex, zo diepgaand en intens dat het niet in één aanpak, één methodiek, concept of programma gevat kan worden. Er is altijd een persoonlijke, maatwerk-aanpak nodig.
(bronnen: Hamsikova, Mensa, Tolan, Human Design)

In de minderheid

Hoogbegaafden vertegenwoordigen maar een hele kleine minderheid, zo’n 3-4%, uitzonderlijk hoogbegaafden slechts een 0.2-0.4%. Dit betekent voor hoogbegaafden helaas dat zij vaak gedurende hun opleidingen de gemeenschappelijke uitdagingen en onderwijs-insteken van de meerderheid moeten volgen.

Wat doet dit met kinderen en jongvolwassenen? Het vormt hen tot een volger. Maar dat is contra-intuïtief, contra-sensitief, contra-productief want hoogbegaafden zijn van nature autonoom. Het huidige onderwijs ontneemt hen deze autonomie, stopt ze in een hoogbegaafden-hokje. Het probeert het kind ‘passend’ onderwijs aan te reiken zodat het gaat passen in het systeem en in een collectief kan blijven bewegen. Het ontkent daarmee de behoeftes, de kracht, de authenticiteit van het hoogbegaafde kind. Het doodt de spontaniteit en eerlijkheid, de naïviteit, oprechtheid en authenticiteit van hert kind. Kinderen die ook van jongs af aan al aanvoelen of iemand oprecht, invoelend en authentiek is of niet.

Crisis

Daarom komen jongvolwassenen in een existentiële crisis terecht, in een conflict met de maatschappij. Ze voelen aan dat deze niet echt is, dat iedereen een masker draagt en vanuit hun authenticiteit, naïviteit en oprechtheid kunnen ze dat niet rijmen. Ze beseffen al heel jong dat dit de wereld is waarin ze moeten leven en zien te overleven: een masker dragen en vooral niet laten zien wie en wat je werkelijk bent.

Stephanie Tolan gebruikte in haar verhalen het jachtluipaard als metafoor voor het hoogbegaafde kind dat regelmatig uitdagingen nodig heeft, maar niet 24/7. “Wat gebeurt er met een jachtluipaard dat in een kooi moet zitten en met konijnen moet spelen? Precies…”. Dat gebeurt er ook met hoogbegaafde kinderen die in reguliere klasjes moeten zitten, zonder onderwijsaanpassingen of -uitdagingen en begrip voor wie ze zijn en wat ze echt nodig hebben.

Jachtluipaard

Wat doe je als je een jachtluipaard wilt houden? je verdiept je in het beest, in z’n leefomgeving en onderzoekt wat het dier nodig heeft. Hoe het zich kan ontwikkelen en waar het zich prettig bij voelt zodat het zelfstandig en vrij kan leven.

Hoogbegaafdheid betekent een hoger niveau van bewustzijn, grotere sensitiviteit, een groter vermogen tot begrijpen van waarnemingen en het omzetten daarvan naar intellectuele en emotionele ervaringen (Roeper).

Hoogbegaafden zijn ‘te’ in alles: te intens, te gevoelig, te gedreven, te idealistisch, te eerlijk, te perfectionistisch, te kritisch. Kortom, te veel voor andere mensen. Ook al proberen ze zich aan te passen, ze voelen zich nog steeds misplaatst. Webb noemt dit: “Out of sinc”.

Niet conventioneel

Sociaal, professioneel en academische gezien volgen hoogbegaafden vaak niet de conventionele wegen die door de meerderheid is uitgezet. Tegen de tijd dat ze volwassen zijn, hebben ze vaak veel uiteenlopende onderwerpen bestudeerd en zijn ze meerdere malen van baan veranderd. Ze hebben waarschijnlijk al drie of vier carrières achter de rug op de leeftijd van 30 jaar of ze hebben zich nooit ergens echt gevestigd om één carrière te volgen. Of ze hebben de moed opgegeven, zijn ergens gaan zitten en hebben het gevoel opgebrand te zijn, worstelen met zichzelf en zijn maar ZZP’e of ondernemer geworden. Hebben ontdekt dat dat de beste manier is om authentiek en autonoom te blijven.

Sociaal gezien zullen ze blijven zoeken en blijven proberen intensiteit en complexiteit in hun relaties te creëren. Vaak worden ze daarin teleurgesteld of… zien ze zichzelf of anderen als ‘vreemde eenden in de bijt’. Omdat ze niet lijken te kunnen voldoen aan het volledige spectrum van hun emotionele en intellectuele behoeftes. Hoogbegaafden kunnen moeilijk betekenisvolle relaties vinden, hoe hard ze hun best daarvoor ook doen. Ze blijven soms hun levenslang zoeken naar iemand die hun werkelijk begrijpt. Iemand met een gezond verstand, die kan spiegelen in menselijkheid, met empathie, flexibiliteit, sensitiviteit, zonder oordeel en volkomen authentiek.

Uitdagingen

Een probleem is ook dat hoogbegaafden van uitdagingen houden en niet van routine. Ze hebben veel meer intellectuele en emotionele stimulansen nodig dan gebruikelijk is. Voor veel mensen geldt dat de traditionele rollen, regels en gebruiken, verwachtingen en interactie-patronen goed en veilig zijn. Voor veel hoogbegaafden voelt dat aan als een gevangenis, zonder ruimte om verschillende rollen uit te proberen, spontaan en creatief te zijn, de grenzen van regels op te zoeken, en verder te gaan dan traditionele verwachtingen en gereguleerde contexten. Zonder ruimte voelen hoogbegaafden zich al gauw ongemakkelijk en onbegrepen, beknopt en verstikt, gevangen. Ze raken verstrikt in allerlei gevoelens en soms zelfs extreem existentieel in paniek.

Zonder voldoende intellectuele stimulans en sensitieve diepgang in hun relaties, kunnen ze zich voelen alsof ze in een ’winterslaap’ gaan glijden. Of ze gaan juist tegenovergesteld in een soort van overdrive om in hun behoeftes te voorzien. Helaas vaak in contexten en met mensen die niet in staat zijn om aan deze behoeftes te voldoen en deze adequaat in te vullen.

Intens en authentiek

Hoogbegaafde mensen zijn intens, gevoelig, empathisch, creatief, spontaan, bevlogen, enthousiast, levendig, interessant, schitterend, opgewekt, gevat, geïnteresseerd, betrokken, lief, grappig, … Mocht je hoogbegaafde jongvolwassenen tegenkomen en je ziet deze kenmerken niet meer bij ze, dan hebben ze zich aangepast…

Dan is het jouw taak om hem of haar te helpen zichzelf weer te hervinden, te worden wie ze werkelijk zijn. Het vraagt wel om een gelijkwaardige, hoogbegaafde begeleiding en veelzijdige ‘instrumenten’ die daarbij een handje kunnen helpen. Om de werkelijke kwaliteiten, talenten, groeimogelijkheden, authenticiteit, keuze-sensitiviteit en profilering naar voren te laten komen.

Maar ook om concreet aan te geven wat nu net niet bij iemand past. Waar hij of zij zichzelf verloren is. Eén van de ‘instrumenten’ wordt aangereikt door Human Design, een samenstel van zes Oosterse en Westerse wijsheden / filosofieën. Het biedt overzicht en inzicht in de unieke persoon die je als hoogbegaafde in wezen bent.

 

 

 

 

 

Amsterdam

Amsterdam

De grootstad Amsterdam is een ware metropool waarin alles gebeurt en alles mogelijk is. Voor sommigen het hedendaagse Sodom en Gomorra, voor anderen een fascinerende, creatieve, spirituele gemeenschap die buitengewoon inspirerend en energie-gevend is.
(bronnen: Trungpa, Hellinger, Aronson, Parillo)

Een krachtige arena

Vanuit een waarachtig – en spiritueel – gezichtspunt is de grootstad Amsterdam te zien als een buitengewoon krachtige arena die zindert van de energie. Die praktische benadering, het werken met de energie in de situatie, is het enige aangrijpingspunt die we op dit moment kunnen vinden voor de situaties en issues in een kosmopolitische metropool als Amsterdam.

Anders, en op een meer abstract niveau gezegd, zou de stad op een autonoom proces lijken zonder oneffenheden, zonder scheurtjes, zonder in- of uitgangen, zonder aangrijpingspunten, dan zouden we een machteloze toeschouwer zijn. Bekijken we de stad evenwel vanuit het gezichtspunt van het praktisch functioneren van een metropool, dan kunnen we manieren vinden om ermee aan de slag te gaan.

Inspirerende werkplaats

Waar het om gaat is, dat we een wereldstad als Amsterdam als een inspirerende werkplaats zien met een duidelijke diepzinnigheid, functionaliteit, spiritualiteit en heiligheid. We moeten daarbij niet alleen de fundamentele gebeurtenissen zien, maar ook hun fundamentele energie en energetische kwaliteiten en uitstralingen. als expressie van haar spiritualiteit en heiligheid.

In die zin zouden we moeten proberen de implicaties van die spiritualiteit en heiligheid te zien en te onderzoeken. Wat is de spiritualiteit en heiligheid van een straat als de Kalverstraat, van een Beurs van Berlage, van de Jordaan en de Pijp, van de Albert Cuypmarkt en Noordermarkt, Vondelpark of de Wallen, van de Zuid-as of de Bijlmer, van de grachtengordel en Oud-Zuid, wat is het bijzondere, fascinerende, unieke, spirituele aspect daaraan?

Nu we het toch daarover hebben, wat is de betekenis van Nederland in Europa en in de wereld? Wat is de zin van het produceren van sophisticated chipmachines en extravagante superjachten, van Dutch Design, Delfts Blauwe tegeltjes, klompen en replica’s van molens, van vlees, zuivel en bloembollen?

Spiritualiteit in Asd

Als we het hebben over de heiligheid en spiritualiteit van Amsterdam, dan denken velen – zeker de buitenlanders – dat er dan een vreedzame, liefdevolle en evenwichtige sfeer en harmonieuze discussie zou moeten zijn en alles uiteindelijk in pais en vree geregeld wordt en goed komt.

Bij een ietwat andere benadering, eentje waarin sprake is van energie en energie-uitingen die zich voordoen en waaraan gewerkt moet worden, worden dingen dynamisch, veelzijdig en uitdagend. Er zijn dan flitsen van positieve én van negatieve energie, van vernietiging én opbouw, van groei en neergang, van haat én liefde. Dat gebeurt allemaal binnen het grote perspectief van de stad Amsterdam. De ultieme vraag is dan of we onze relatie met de stad, de kosmopolitische metropool die Amsterdam is, kunnen benaderen vanuit een geëngageerd en inclusief perspectief

Voor sommigen is het bijna onmogelijk om het spirituele en heilige aspect van het leven in een groot-stedelijk centrum te waarderen. Ze zouden willen ontsnappen en op het platte land willen gaan wonen en lachen om het verschijnsel wereldstad. Vanuit die optiek is de stad Amsterdam een konijnen-kolonie, met konijnen die overal wonen en rondrennen in de stad. Deze verhouding tot de stad Amsterdam is dezelfde houding die sommige wetenschappers hebben tegenover hun proefkonijnen…

Manifestatie van ironie

De stad Amsterdam is voor sommigen één grote manifestatie van ironie, ironie in negatieve zin. Die benadering komt voort uit vooroordelen over het leven in de grootstad en we zijn niet altijd bereid om deze vooroordelen in te zien en te onderzoeken.

Anderen vinden de stad Amsterdam bepaald onderhoudend. Ze proberen de hele tijd zichzelf te vermaken. Ze halen er alles bij om zich te vermaken, fotoboeken en kleurenplaatjes, misschien ook verschillende soorten vrienden die excentriek zijn en er exotische dingen op nahouden. Vermaak is in Amsterdam ‘serious business’. Vermaak kan evenwel ook dusdanig opdringerig worden dat ze het irritant gaan vinden en terugkruipen naar hun huis in de buitenwijk. Naar hun eigen gecultiveerde vermaak en vertrouwde misleidingen.

Vermaak hoeft niet veroordeeld en uitgebannen te worden. Het probleem is het gigantische en alledaagse gebrek aan humor, op alle fronten. We zijn zo serieus over ons vermaak dat we bijvoorbeeld vergeten dat een komedie een spel is waar je van kan genieten zolang je gevoel voor humor hebt. In de 17e eeuw zei dichter Vondel het al: “De wereld is een schouwtoneel, elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel”. Als je de ironische kwaliteiten gaat zien van hoe situaties nu eenmaal zijn, zoals ze komen en gaan, dan zie en ervaar je ook de spiritualiteit en heiligheid van een grootstad als Amsterdam.

Energie

Wanneer iemand zich op die wijze bezighoudt met Amsterdam, dan vormen de problemen die hij / zij tegenkomt geen hindernissen meer. Het zijn energetische, creatieve, openbarende mogelijkheden. De alledaagse gebeurtenissen worden onderdeel van onderzoek, belevenissen en inzichten. De gebeurtenissen vertragen jouw vaart of… inspireren je juist en geven je een duwtje in de terug. Dat hangt af hoe sterk je er bij betrokken bent. Een te sterke betrokkenheid zal je vertragen en andersom, bij een te geringe betrokkenheid zal iets jou juist er aan herinneren meer betrokken te raken.

Het is een kwestie van openheid, hoe meer open je bent en staat, hoe meer het je zal leiden tot geheel nieuwe benaderingen van het werken met situaties en omstandigheden zoals het leven in een kosmopolitische metropool als Amsterdam. De stad zal zich dan op haar geheel eigen wijze vertonen, veranderen en hervormen. We kunnen toch niet verwachten dat als we nu maar dit of dat doen, de stad zich naar onze wensen zal hervormen? Je zult contact moeten maken met de algehele kosmopolitische wereld van Amsterdam, waarvan iedereen deel uitmaakt, ook de uitbaters, de beurshandelaren, de marktkooplui, de ‘dames en heren van plezier’, de ‘pratende pakken’ van de Zuid-as en de veelkleurige Bijlmer-gemeenschap, de grachten- en Oud Zuid-bewoners, de algehele smeltkroes van culturen die de stad kent. Ze vormen beslist een ware bron van inspiratie en energie, met hun mooie, karaktervolle en unieke persoonlijkheden.

Samenwerken

We moeten met iedereen samenwerken, we kunnen en zullen er in feite niet onderuit kunnen om met al deze mensen samen te werken. Ze zullen beslist op onze onderzoekstocht, planvoorbereidingen of uitvoeringspad verschijnen. Je wilt ook de verschillende culturen niet ondermijnen. Culturele gebruiken, gewoontes en omstandigheden geven je een focuspunt, een punt om contact mee te maken. Daarom ga je daarmee aan de slag, ga je daarmee werken.

Je gaat – met vele anderen – misschien / waarschijnlijk inzien dat situaties en omstandigheden onjuist worden ingeschat en beoordeeld. Maar de juistheid of onjuistheid doet er in feite niet toe. Als je concreet met de situatie en omstandigheden aan het werk gaat, worden dingen duidelijk. Hoe je de dingen en zaken in het begin heb ingeschat, hoeft geen blijvende betekenis of belemmering in te houden. Elk beeld, elke evaluatie, elk conceptuele gezichtspunt of visie heeft maar van tijdelijk en betrekkelijk belang. We kunnen die wel gebruiken als vertrekpunt en er in het proces mee aan het werk gaan.

Focus en intensiteit

Hoe meer je je bezighoudt met de situaties, issues en gebeurtenissen in de stad, des te meer kennis en ervaring je opdoet en des te werkbaarder zullen de situaties worden. De focus en intensiteit van je betrokkenheid schept ook ruimte, hoe intenser, hoe meer ruimte.

Wanneer je je betrokken gaat voelen bij situaties en issues zoals bijv. de ‘overbevolking’ van bepaalde stadsdelen – en de overweldigende ervaring van jouw aanwezigheid daarbij – dan functioneert jouw betrokkenheid als jouw beschermer. Die helpt dan ook anderen, omdat zij inzien en ervaren dat je hen wilt beschermen en weigert hen in de steek te laten. Je kunt – werkend in alle openheid, én met focus en betrokkenheid – energie en inspiratie vinden in jouw werk en contact maken met de unieke spiritualiteit en heiligheid van een grootstad als Amsterdam. Dat is ook de weg die we met z’n allen op moeten gaan…

 

 

Innoveer zoals de natuur dat doet

Innoveer zoals de natuur dat doet

De natuur doet haar experimenten op een ongelooflijke schaal. Je zou deze inspanningen kunnen omschrijven als grootschalige parallelle experimenten. Sommige van die experimenten lukken en andere niet.

Experimenten

De experimenten die lukken, krijgen meer energie en aandacht en de experimenten die mislukken worden beëindigd. De natuur bewijst dat dit een zeer efficiënte manier van innoveren is. Je probeert allerlei nieuwe dingen tegelijk uit en houdt vast aan dat wat wel lukt. Succesvolle disruptieve bedrijven, maar ook de giganten als Google, Facebook, Apple en Microsoft, imiteren de natuur en experimenteren voortdurend op zeer grote schaal. Elk idee is gebouwd op vooronderstellingen, en grote ideeën zijn gebaseerd op een heleboel veronderstellingen en aannames. Hoe bewijs je dan dat jouw aanvankelijke veronderstellingen juist waren?

Prototyping

Disruptieve bedrijven beginnen met het maken van kleine prototypes, en die prototypes vertegenwoordigen of bewijzen de belangrijkste veronderstellingen of aannames en risico’s achter het oorspronkelijke idee.

Dan laten ze de prototypes in een heel vroeg stadium aan werknemers en klanten zien en vragen hen om feedback. Op die manier bewijzen ze in een heel vroeg stadium dat hun veronderstellingen en aannames kloppen – of juist niet! Vanaf dat moment kunnen ze een beperkt aantal prototypes verder ontwikkelen en verbeteren op basis van feitelijke feedback van hun doelgroep(en). Na een tijdje merk je vanzelf – als je gewend bent geraakt aan het proces – dat het mogelijk wordt om het aantal experimenten en pilots te vergroten. Dat is precies wat de natuur ook doet.

Succesvolle disruptieve bedrijven werken al op deze manier. Alphabet, een bedrijf van Google, is met een enorm aantal start-ups tegelijk bezig, die elk naast elkaar een heleboel experimenten, prototypes, pilots, producttests en markttests uitvoeren. Dat staat ver af van wat veel bedrijven op dit moment doen, namelijk dingen maken op basis van hun eigen veronderstellingen en aannames.

Als je zo snel van je doelgroep kunt leren en zelf ook leert – door trial-and-error – kun je enorme hoeveelheden feitelijke feedback en eigen leermomenten verzamelen. Die helpen jou om je aan te passen aan de behoeften van jouw omgeving en jouw doelgroep.

Als je over de organisatiecultuur en de basisstructuren beschikt om dit proces goed aan te sturen, dan gaat jouw bedrijf zich als een organisme gedragen. Organismen leren snel en passen zich aan hun omgeving aan en – zoals je waarschijnlijk wel weet – hebben organismen die zich snel kunnen aanpassen veel grotere overlevingskansen dan organismen die dat niet kunnen. Zeker als de omgeving complex, dynamisch, turbulent en agile is.

Denk groot, begin klein

Denk je dat de natuur projectnota’s en ontwerpnota’s schrijft voordat ze gaat innoveren? Neen, natuurlijk niet. De grootste fout die veel bedrijven en organisaties maken, is dat ze groot denken en groot beginnen. Iemand heeft een idee en het eerste wat er gebeurt – als het idee al tot een pilot of project benoemd wordt – is dat ze ellenlange stukken gaan schrijven, onderzoek op onderzoek stapelen, en elk miniem detail van het project-idee van tevoren overdenken, checken en ontwerpen.

Het is onvermijdelijk dat als je deze projectstukken aan tien verschillende mensen laat zien, ieder van hen een ander perspectief heeft op de inhoud, en een andere persoonlijke visie op het uiteindelijke doel dat je probeert te bereiken. Alle feedback van die tien individuen is gebaseerd op het persoonlijke mentale plaatje dat zij voor zichzelf hebben gecreëerd. Het resultaat is een enorm aantal potentiële variabelen en een heleboel verschillende opvattingen. Er is weinig of eigenlijk geen kans dat het mentale plaatje van het ene individu gelijk is aan het mentale plaatje van het andere individu. Het resultaat is dan complete verwarring, een naast elkaar werken en miscommunicatie. Het project is al mislukt nog voordat het überhaupt begonnen is.

Verspilling

Elke dag weer worden er helaas op deze manier enorme hoeveelheden papier, tijd, energie en geld verspild. Dit gebeurt bij bedrijven en overheden, in vrijwel elk soort organisatie. Het is het innovatie-equivalent van proberen een kilometer te fietsen met je ogen dicht. Proberen elke variabele te berekenen voordat je vertrekt, proberen de best mogelijke hoek en snelheid te berekenen om een specifiek punt in de verte te bereiken, alsof je in een perfecte rechte lijn zou fietsen. Hoe groot denk je dat de kans is dat je op die manier je bestemming zult bereiken? Dat is vrijwel onmogelijk, omdat je nooit alle variabelen kunt voorspellen (wind, bandenspanning, jouw eigen kracht, hobbels in de weg, etc.). Je valt waarschijnlijk al na een paar honderd meter van je fiets, en niemand zou zijn geld durven inzetten dat je ooit die stip aan de horizon zult bereiken.

Alternatief

Maar er is een alternatief dat we – eigenlijk van nature – ook zouden gebruiken. En dat is gewoon bedenken waar je heen wilt, je ogen open houden, beginnen met fietsen, vooruit maar ook links en rechts blijven kijken en tijdens de hele rit af en toe bijsturen. De kans dat je dan dat punt aan de horizon zult bereiken, wordt ontelbare keren groter. Niet door in een perfecte rechte lijn te fietsen, maar door voortdurend bij te sturen en je gaandeweg aan de situatie en de omgeving aan te passen.

Dit vermogen om je aan te passen is precies wat de natuur en disruptieve organisaties met elkaar gemeen hebben. Ze fietsen beide met hun ogen wijd open en voeren onderweg kleine aanpassingen door. Ze denken allebei groot, maar beginnen heel klein. De natuur doet dat op subatomair of celniveau. Vaak beginnen ze zo klein dat je het niet eens een prototype zou noemen. Disruptieve organisaties starten vergelijkbaar met experimenten en prototypes en passen die gaandeweg aan.

Experimenteren

Als je met een experiment begint, zou het doel moeten zijn om te leren van de ervaring en van alle zinvolle en waardevolle feedback die je maar kunt verzamelen. Feedback die je kunt gebruiken om steeds meer focus te krijgen binnen het experiment en die je helpt om een gerichte pilot op te zetten.

Dat is precies waar de natuur ook goed in is. Als je dit als organisatie onder de knie kunt krijgen, kun je voor een nieuwe, innovatieve disruptie in jouw branche zorgen. En het zal vriend en vijand verrassen, want er zal niemand zijn die dat ooit heeft zien aankomen…

The very Core of Economics

The very Core of Economics

The word Economy is derived from the Greek oikos (οἶκος): house and nomos (νόμος): rule. Literally so: home economics. Economy is a science concerned with the choices people make at the production, consumption and distribution of scarce goods and services.

Economy

One may also state that an economy (from Greek οίκος – “household” and νέμoμαι – “manage”) is an area of the production, distribution and trade, as well as consumption of goods and services by different agents. In general, it is defined as “a social domain that emphasize the practices, discourses, and material expressions associated with the production, use, and management of resources”.

A given economy is the result of a set of processes that involves its culture, values, education, technological evolution, history, social organization, political structure and legal systems. As well as its geography, natural resource endowment, and ecology, as main factors.

Economic Activities

Economic activity is spurred by production which uses natural resources, labor and capital. It has changed over time due to technology, innovations (new products, services, processes, expanding markets, diversification of markets, niche markets, increases revenue functions).

It has changed due to innovations such as that which produces intellectual property and changes in industrial relations (most notably child labor being replaced in some parts of the world with universal access to education). The global economy refers to humanity’s economic system or systems overall.

Doughnut Economics

Kate Raworth Doughnut Economics is a visual framework for sustainable development combining the concept of planetary boundaries with the complementary concept of social boundaries. The main goal of the new model is to re-frame economic problems and set new goals.

The name Doughnut derives from the shape of the diagram, i.e. a disc with a hole in the middle. The centre hole of the model depicts the proportion of people that lack access to life’s essentials (healthcare, education, equity and so on) while the crust represents the ecological ceilings (planetary boundaries) that life depends on and must not be overshot.

Kate Raworth explains that the Doughnut Economy is based on the premise that “Humanity’s 21st century challenge is to meet the needs of all within the means of the planet”.

Business Studio

The Business Studio concept is especially designed to help managers to meet these needs, to help organizations with hands-on, easy-to-use, actionable innovation tools. Participants are educated to visualize the internal organizational processes, the business model, and the eco-system surrounding the organization.

Starting from the premises that our planet is our home and house, participants are to explore the impact and effect of new trends and new planetary house rules – i.e. the Sustainable Development Goals (SDG’s) – on their current organizational processes. To identify Innovation Sweet Spots – and Blind Spots – in order to capture new sources of value.

To notice and discover that the trends and these new house rules may lead to healthy and prosperous innovations, to new markets and new customers, to new business models and … growth.

 

 

 

New Economy marketing

New Economy marketing

New Economy marketing
(sources: Jerry Stifelman, Richard Harshaw, Tad Hargrove)

The New Economy market – the ‘green’ or lifestyle of health and sustainability) market (LOHAS) is big and getting bigger every year. It’s the fastest growing segment of the economy And, of course, making money – a fair and healthy income – is a part of it.

The New Economy market

– the ‘market’ is predominantly female, about 60% of them. Females seem to be the driving force;
– they’re highly educated and have about average income;
– they’re the least price sensitive;
– they’re very influential over the buying decisions of the family and friends;
– they are very brand loyal when a brand supports and continues to support their values and ideals;
– and, they’re willing to spend up to 20-25% more for products that they believe in. They absolutely loves to tell their friends and family about who they buy from and, well, you get the picture;
– they are avid readers, TV watchers and radio listeners;
– they are significantly affected by their concern for the health of their families, sustainability of the planet, personal development and the future of our society;
– they are often alienated and misunderstood, and cannot easily be targeted by traditional marketing or PR efforts.

New Economy market sectors

At first glance, it may appear that the six sectors have little in common. But millions of consumers believe there is commonality that transcends any operational and structural differences. The interconnections between global economies, cultures, environments, and political systems play a large role in the holistic worldview of the typical New Economy consumer. Equally important are the interconnections of mind, body and spirit within the individuals.

This focus on Personal Health and on Personal Development, with the ultimate goal of achieving his or her full human potential, is of utmost concern to the Cultural Creative.
The current growth in this market group strongly supports the notion that spirituality is no longer relegated to the New Age periphery but is undeniably migrating to the center of mainstream cultural awareness.

Five New Economy Values
Five core values are driving the more cultural-conscious and socially-minded consumers:

– Health and Safety. Conscious consumers seek natural, organic and unmodified products that meet their essential health and nutrition needs. They avoid chemicals or pesticides that can harm their health or the planet. They are looking for standards and safeguards to ensure the quality of the products they consume;

– Honesty. Conscious consumers insist that companies reliably and accurately detail product features and benefits. They will reward companies that are honest about processes and practices, authentic about products and accountable for their impact on the environment and larger society;

– Convenience. Faced with increasing constraints on their time and household budgets, conscious consumers are practical about purchasing decisions, balancing price with needs and desires and demanding quality. These consumers want to do what’s easy, what’s essential for getting by and make decisions that fit their lifestyles and budget;

– Relationships. Who made it? Where does it come from? Am I getting back what I put into it? These consumers want more meaningful relationships with the brands in their lives. They seek out opportunities to support the local economy when given the chance, want to know the source of the products they buy and desire more personal interactions when doing business;

– Doing Good. Conscious consumers are concerned about the world and want to do their part to make it a better place. From seeking out environmentally-friendly products to rewarding fair trade and labor practices companies, they are making purchasing choices that can help others. These consumers want to make a difference and they want brands to do the same.

New Clients

The four keys components to getting new clients. The word of mouth seems to be the most powerful marketing tool. But there is this question of how can we get a more active form of word of mouth. There are a lot of premises underneath this. Actually, there are 20 premises but these are the most important ones,

The four keys components to getting new clients. The word of mouth seems to be the most powerful marketing tool. But there is this question of how can we get
a more active form of word of mouth. There are a lot of premises underneath this. Actually, there are 20 premises but these are the most important ones, composed into the four most important components.
Each of these components has an aspect for an inner game and an outer game. Depth marketing consist of four levels of the inner and outer game. Each level can help you attract more brand new clients and each level can help you get the most out of your existing relationships. Let’s focus on the outer game first since that is where most people’s minds go first.

– The first component has to do with a niche. The niche is your target market. It is who you are going after. This is the center of any marketing. It is about looking at the right niche of who are you going after. There are two elements that make up a strong niche and three critical aspects to a strong niche

– The second component is the irresistible offer. What are you offering to this niche? A lot of people make the mistake in marketing of thinking, “Oh, I’m going to design this product and service,” and then it is like: “How do I market it?”. That is seen as a separate step. There are three secrets of crafting an irresistible offer…
If we are going to be successful in business, we need to step back and think of the marketing in the design process itself. Meaning, how can we make the product so irresistible inherently, that it is easy to sell, versus just a generic sort of bland, boring product and service and then figuring out how we can sort of sell the sizzle and not the steak. The second component is the offer.

– The third component is the hubs. This was one of the things that really made so much sense to New Economy entrepreneurs and an answer to questions like: “Where do I market? How do I find people?” Where you find them depends entirely on who you are looking for. One group of people is going to hang out in one place, another group is going to hang out in another place. There are seven types of hubs you can use but be aware of the three must-have qualities of a good hub.
It’s not just about where to find them. It’s also about a way to build trust with them. That’s a lot more powerful than other things you may have tried. So that’s the third component, the hubs.

– Fourth is the Word of Mouth strategies. May be you are already getting passive word of mouth but are there things you can do to accelerate it and get more word of mouth? Well, yes. As mentioned above, there are twenty critical premises of Word of Mouth marketing. And there are these three core aspects of any Word of Mouth marketing you will ever do if you want to be successful in your business.
You might also consider a few quick cash-flow secrets that could increase your cashflow by 10% overnight. And, that is noticed as very conservative

The Experience Economy

The Experience Economy

Time and money are two things in the experience economy and people want to spend their hard­-earned money and hard-­earned time on experiences, experiences they perceive as authentic. (from What Consumers Want, by Joseph Pine).

Modern consumer culture

In his TEDx talk Joseph Pine essentially discusses the shift in modern consumer culture from a goods-based economy to an experience-based economy.  He claims that companies are now trying to sell authentic experiences to their customers—the one problem with this  authenticity is, it isn’t real.  Pine believes that we cannot have the authentic experience we so desperately want, because literally everything about our consumer-based society destroys the possibility of authenticity.

Experience-based economy

In the last three decades services are starting to be customized. The one marketing question was: “What will happen when you design a service that is so appropriate for a particular person—that’s exactly what they need at this moment in time? Then you can’t help but make them go WOW, you can’t help but turn it into a memorable event. You can’t help but turn it into an experience”. As a result, we’re shifting into an experience-based economy

Authenticity

Authenticity is becoming the new consumer sensibility. Time and money are the two things in the experience economy. As well as goods and services became commodities, people want to spend their hard­-earned money and hard-­earned time on experiences. experiences they perceive as authentic.

Customers desire an authentic experience with price in mind. For a business to be authentic, they need to stay true to themselves, with the examples of Disney, the dance events and the exchange markets proving this. In order for a business to provide an authentic service and be authentic, they need not to state that they are authentic unless they truly are. The number one thing to do, when it comes to being what you say you are, is to provide places for people to experience who you are.

Authentic experiences

  • There is no such thing as an inauthentic experience. Why?  Because the experience happens inside of us.  It’s our reaction to the events that are staged in front of us;

  • As long as we are in any sense authentic human beings, then every experience we have, is authentic;
  • Everyone has this desire for the authentic. And authenticity is therefore becoming the new consumer sensibility. It is the buying criteria by which consumers are choosing who they are going to buy from, and what they’re going to buy;
  • With the experience economy, it’s about rendering authenticity. The keyword is rendering, because you have to get your consumers – as business people – to perceive your offerings as authentic;
  • But there is a basic paradox. One can have an inauthentic experience, but no business can supply one. Because all businesses are man-made objects, all business is involved with money, all business is a matter of using machinery. And all those things make something inauthentic.

Dimensions of authenticity

There are in principle two dimensions to authenticity:

  • Self-directed, or being true to oneself
  • Other-directed, or being what you say you are to others

The easiest way not to be true to yourself is not to understand your very heritage, and thereby repudiate that heritage. Knowing your heritage is what you have done in the past. And what you have done in the past limits what you can do, what you can get away with, essentially, in the future.  So you have to understand the past.

On the Art world

Even though Joseph Pine is talking about economics, the conclusion he makes – that authenticity is in fact a product of our society’s rejection of innovation – holds water when it comes to the art world as well. 

The art world has been focused, for such a long time, on holding true to the past, on being authentic to what came before. When in reality, all that an artist needs to do to be authentic, per se, is “to thine own self be true. And it doth follow, as night the day, that thou canst not then be false to any man”. Polonius, in all his spuriousness, seems to get to the heart of what it means to be authentic…