+31(0) 6 53 24 78 44 info@denhoed-co.nl

Een raadgever kan geconfronteerd worden met de einduitslag van een gedachtengang of oordeelsvorming van iemand. De vraagsteller heeft een heel denk- en doe-proces achter de rug en komt daarna met een vraag waar hij /zij niet uitkomt. Maar misschien is het niet de juiste vraag.

Eenzijdige vragen

Vragen worden meestal eenzijdig gesteld. Degene van wie een antwoord wordt verwacht, doet er goed aan de complementaire vraag erbij te betrekken. Een vakman is dan geraden om te vragen naar het probleem of wat de bedoeling van de bedachte oplossing is. De vakman kan vervolgens de vraagsteller duidelijk maken dat hij het probleem heel anders en veel beter kan oplossen.

De juiste diagnose

Als adviseurs-opleiders zijn wij eens door de CEO gevraagd voor een managementcursus  omdat bij de managers de nodige vaardigheden zouden ontbreken. Bij nader onderzoek bleek de verkeerde diagnose te zijn gesteld.

Het bleek om een persoonlijk conflict tussen de marketingmanager en de productiebaas te gaan. Daardoor werden er geen duidelijke afspraken gemaakt en de productiemensen moesten gissen wat er van hen verwacht werd. Ze sloegen aan het improviseren en maakten daarbij – natuurlijk – de nodige ‘fouten’.

Het probleem was geen opleidingsprobleem. De CEO had deze twee mannen – per slot zijn naaste medewerkers –  bij zich moeten roepen om het conflict uit te praten en het probleem op te lossen.

Functies van een vraag

De functie van een vraag in een groepsoverleg is veelal een drieledige: een ordenende, een relatiescheppende en een dynamiserende. Soms is een vierde functie nodig, bij een persoonlijk probleem of individueel leerproces. Het raadzame is deze niet in een groep te hanteren, maar zoveel mogelijk in een tweegesprek aan te vatten.

Ordenen

De ordenende functie heeft te maken met ‘de stroom aan output’. Deze heeft de neiging te woekeren, mateloos te groeien en in deze productiviteit een zekere zelfbevrediging te vinden. De kunst is de potentiële capaciteiten te richten en te ‘verdichten’ tot een concreet en gericht handelen.

De vraag van de behoeftige medemensen – de individuele klant – dient beantwoord te worden. Die vraag correct beantwoorden, heeft een enorme convergerende, focusserende betekenis, in tegenstelling tot de divergerende, oriëntatieloze (potentiële) productiecapaciteit die alles aankan.…

Polariteit

Daarmee verschijnt deze polariteit ook in een ander licht. Het aanwenden van de eigen capaciteit heeft een egocentrisch karakter. Of het nu om docenten gaat waarvan het programma altijd overladen is omdat ze alles wat ze weten ook kwijt willen of om een Coca-Cola fabrikant die de hele wereld gelukkig wil maken met z’n drankje, het gaat in alle gevallen om een missiedrang die zich niet laat richten door wat de ander nodig heeft maar door wat men zelf kwijt wil.

Wanneer de productieve krachten zich ordenen en in beweging komen vanuit de werkelijke noden van de ander, dan verliezen ze hun a-sociale inslag. Het grootschalige, kapitaalintensieve en shareholder-value-georiënteerde productie- en platform-apparaat walst met gigantische research- en reclame- budgetten over de verbruikers c.q. gebruikers heen.

Relatiescheppend

In een kapitalistisch-geörienteerde infrastructuur is het nauwelijks mogelijk zich echt en persoonlijk met de klant in gesprek te komen en de werkelijke behoeften waar te nemen. De relatiescheppende functie komt in zo’n systeem nauwelijks tot leven.

Vanuit de vraagzijde wordt – vooral geïnitieerd door de jeugd – heden ten dage wel sterk aangedrongen op zorg voor mens en milieu, en vooral op het slechten van ‘hinderlijke’ structurele, juridische en fiscale barrières. Barrières die er voor zorgen dat de ecologische en humane situatie in grote delen van de wereld erbarmelijk zijn.

Nieuwe moraliteit

Er wordt een nieuwe business moraliteit gevraagd, eentje die het ecosysteem of de 17 SDG’s in haar overwegingen en oordeelsvorming meeneemt. Immers, wie begint z’n handelen, vanuit de werkelijk nood van de ander en de wereld, in beweging  te zetten, zet een wezenlijke stap in de richting van een nieuwe moraliteit.

Dynamiseren

De derde functie van een vraag in een groepsgesprek betreft de dynamiserend functie. Een zinnige vraag die ook door de andere deelnemers wordt ‘gemijnd’, zet een gesprek in beweging. Zo kunnen we ook naar een organisatie of een samenleving kijken.

Dan hebben we het niet over de dynamiek van wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en een bijna niet te stuiten industriële productie om alles nog sneller, goedkoper en makkelijker te maken.

Vragen waarop geen antwoord mogelijk is

Aan het einde van de dag is een filosoof dolgelukkig als hij / zij een vraag geformuleerd heeft waarop geen antwoord mogelijk is. Voor de meeste ‘gewone’, werkende mensen is dat onbevredigend. Zij zullen zich afvragen of en beseffen dat ze waarschijnlijk de verkeerde vraag stellen. Een ‘juiste’ vraag leidt immers – met enig nadenken en uitzoeken – tot een ‘juist’ antwoord… 

Een Universiteit of Hogeschool zou zich zo kunnen afvragen of het opleiden tot een functie of baan in de maatschappij – en wat daar zoal voor kennis voor nodig is – wel tot de ‘juiste’ (opleidings-)vragen en ‘antwoorden’ leiden. Want, wat als vragen over hun toekomst en de toekomst van een ‘baan’ bij jongeren hele andere vragen opleveren? Vragen over wie zij daadwerkelijk zijn, wat ze eigenlijk willen leren, waar zij plezier in / aan hebben en waar ze goed in willen worden? Vragen vanuit hun individualiteit die aan het opkomen is en waarop de gevestigde scholen (nog) niet direct een ‘juist’ antwoord op kunnen geven…

Ontologische vragen

We hebben het dan over een dynamiek die veel kwalitatiever, ecologischer en cultureler / spiritueler is. Een dynamiek die haar oorsprong vind in vragen. In vragen van een heel bepaalde aard, vragen van ontologische vragen.

Vragen naar het wezen der dingen. Vragen van ecologische systemen, van milieufactoren, van ontwikkelingen van het kind en jongeren, van arbeid en kapitaal, van het ouder worden, van droefheid en lijden, van leven en dood. Zulke vragen scheppen een eigen dynamiek, eerst bij de persoon zelf en dan in groepen die serieus met dit soort vragen bezig zijn, die met dit soort vragen leven.