+31(0) 6 53 24 78 44 info@denhoed-co.nl
Waarde-insignes

Waarde-insignes

Niemand heeft zo’n grote naam gemaakt in creatief denken als Edward de Bono. Hij werkte aan methoden en technieken om het mensen makkelijker te maken problemen op te lossen, op welk gebied dan ook.Het doel van de waarde-insignes en de waardedriehoek is om een globaal overzicht te bieden van de relevante waarden.

Belangrijke beslissingen

Belangrijke bedrijfsbeslissingen worden niet meer op rationele argumenten alleen genomen. Directies en managers moeten nadenken over de waarden die in het geding zijn. Wat een bepaalde beslissing betekent voor het personeel, het imago van de organisatie, de organisatiecultuur, het business model en het ecosysteem?

De waarde-aspecten van beslissingen zijn soms lastig in het vizier te krijgen en scherp te stellen. Discussie erover verzanden vaak in oeverloze discussies omdat iedereen een andere invulling geeft aan een bepaalde waarde. Mens verliezen soms het noorden bij het afwegen van al die verschillende waarden bij het nemen van strategische beslissingen.

Waarde-insignes

Edward de Bono reikt een eenvoudige en creatieve metafoor aan, die als een scherp mes de diffuse ideeën over organisatie-waarden van elkaar kan scheiden. Waardoor bepaalde projecten en alternatieven op meer aspecten beoordeeld kunnen worden dan alleen de vaak toegepaste standaard kosten – baten analyse.

De zes waarde-insignes – Goud, Zilver, Staal, Koper, Glas en Hout – staan elk voor een groep waarden. De Bono geeft aan hoe deze waarden zijn te herkennen en in te delen, en doet een aanzet tot een scoresysteem voor het belang ervan.

Andere waarden

Klassiek verengen directies en managers waarden in een economische context nogal tot financiële waarde. Ondernemen zou te gemakkelijk zijn als het enkel om financiële waarden zou draaien. Maatschappelijke ontwikkelingen verplichten ondernemers om ook – of zelfs meer – oog te hebben voor niet-financiële waarden zoals de belangen en de gezondheid van medewerkers, ethiek, de door de United Nations geproclameerde Social Development Goals.

Interessant is dat de Bono het onderwerp innovatie – de zogenaamde Glazen waarden – sterk benadrukt. Veel innovatie komt immers tot stand door externe druk, maar de Bono geeft een aanzet tot gestructureerde, doelbewuste innovaties.

Zes waarden

De Bono onderscheidt de volgende zes waarden:

– Goud: menselijke, persoonlijke waarden, zoals gezondheid, vrijheid, respect, erkenning, waardering, prestige, vertrouwen, aanmoediging, hoop,…. Het verwijderen van negatieve Gouden waarden is een belangrijke waarde op zichzelf.

– Zilver: organisatorische waarden, gerelateerd aan de doelen en de doelstelling van de organisatie. Dikwijls heeft dit vooral ook betrekking op de financiële waarden – bijvoorbeeld de kostenbeheersing – en het functioneren van de organisatie;

– Staal: kwaliteit en klant waarden, gekoppeld aan materieel, materiaal, imago, uiterlijke exponenten, productie, bediening, .. ;

– Glas: innovatie, eenvoud, creativiteit en stijl;

– Hout: ecologische waarden, in de brede zin van het woord. Denk aan de invloed op de omgeving, het milieu, anderen die niet rechtstreeks betrokken zijn;

– Koper: waarneming en empathie waarden, waarbij het verschrikkelijke woord perceptie hier opduikt.

Belangrijk is om bij beslissingen het gezichtspunt van alle betrokken partijen goed in te schatten.

Waarde-driehoek

Waarden spelen een rol op alle gebieden van denken en handelen. We vinden waarden belangrijk, maar daar zijn we ons niet altijd van bewust. 

De Bono heeft nog een vervolg aan dit kader van waarde-insignes toegevoegd door aan te geven hoe waarden kunnen worden afgewogen. Zelf geeft hij trouwens aan dat dit contextgevoelig is en er dus geen echt concreet houvast is.

Iedereen moet zijns inziens per beslissing zelf gewichtsfactoren toekennen aan de verschillende waarden. In de waarde-driehoek kan de beslissingsnemer elke waarde een score toekennen van -4 tot +4, al naar gelang de waarde sterk, duidelijk (niet buitengewoon sterk), zwak of minder relevant is.

 

 

 
   

 

De Waardekaart

De Waardekaart

Competenties, informatie en moderne technologie zijn tegenwoordig gewoon te koop. De vaardigheid om waarde te ontwikkelen en te leveren zal van doorslaggevende betekenis worden. Daarvoor is creatief en innovatief denken nodig.

Traditioneel

Onze traditionele denkgewoontes kunnen volgens De Bono aanzienlijk verbeterd worden. Traditioneel heeft denken alles te maken met analyseren en beoordelen. We gaan dan uit van standaard-situaties en passen dan standaard-antwoorden toe.

Strategie

In veel gevallen lijken directies en management te werken op basis van onderhoud en het oplossen van problemen. Dat betekent doorgaan met wat je doet en problemen oplossen als die zich voordoen. Hieraan kunnen worden toegevoegd visies, overnames en imitatiegedrag. Als een ander bedrijf succesvol innoveert, dan kom je met jouw eigen versie van die innovatie. Wie durft te stellen dat dat geen succesvolle strategie is?

Maar, iets wat het ene ogenblik bevredigend lijkt, is dat het volgende ogenblik misschien niet meer. Ondernemingen die zich tevreden stellen met het uitvoeren van onderhoud en het oplossen van problemen functioneren misschien ver onder hun kunnen.

In de huidige, dynamische en turbulente wereld is dat niet meer voldoende. Je kunt het verleden dan wel analyseren, voor de toekomst dien je een visie te ontwikkelen.

Denken over waarden

De waardekaart laat zien hoe er gedacht wordt over de waarden op een bepaald terrein. De kaart is subjectief, maar dat geldt sowieso voor het inschatten van waarden aangezien die inschatting naar de toekomst verwijst en daarover bestaat geen zekerheid.

De kaart stelt ons ins staat waarden vast te stellen zodat iedereen telkens weer naar kan kijken. De kaart is een manier om het denken zichtbaar te maken. 

Vaardigheden

Wanneer alles koopwaar wordt – competenties, informatie en moderne technologie zijn gewoon te koop – zal de vaardigheid om waaide te ontwikkelen en te leveren van doorslaggevende betekenis worden. Daarvoor is creatief en innovatief denken nodig.

Het is dus niet langer voldoende dat een individu competent en geïnformeerd is en met een computer om kan gaan. Deze vaardigheden vinden werkgevers vanzelfsprekend. Om carrière te maken, moeten we waarde toevoegen aan wat we te bieden hebben. Want als alles koopwaar wordt die beschikbaar is voor iedereen, wat zal dan nog het verschil maken?

Gedetailleerde kaart

De waardekaart biedt een gedetailleerd beeld van de verschillende waarden. Elke zijde van de zeshoekige waardekaart staat voor een één van de waarde-insignes. Vanuit het midden van de zeshoek tot aan de buitenkant doorloop je vier niveaus. Die staan voor een gradatie van de waarden.

De krachtigste waarden staan in het midden van de zeshoek en de minder belangrijke waarden staan verder naar buiten. Dat geeft aan dat er sprake is van een meer of minder nauwe relatie.

Een lijst maken

De getallen op de kaart verwijzen naar de getallen op een lijst. Zo verwijst bijvoorbeeld het getal 8 naar item 8 op de lijst.

Het handigst is vaak om je eerst op een insigne te concentreren en uitgaande daarvan de verschillende niveaus van waarde te doorlopen. Je zou je kunnen concentreren o de Glazen waarden . Wat zijn de krachtigste, sterke Glazen waarden (+4), wat de heldere en duidelijke (+3), wat de zwakkere of mindere (+2), wat de weinig relevante of de indirecte (+1)? Komen er ook negatieve Glazen waarden voor? Die markeer je met een stip ervoor.

Wanneer op een bepaald punt meer informatie nodig is, kan een vraagteken worden geplaatst bij het desbetreffend getal op de kaart. Daarna worden de antwoorden op de lijst ingevuld. Hetzelfde doe je voor elke andere waarde-insigne.

Je zou ook eerst alleen naar de sterke waarden kunnen kijken en deze invullen op de desbetreffende insigne. Vervolgens kun je doorgaan naar de duidelijke waarden en opnieuw ga je rond. Zo ga je door totdat je alle waarden hebt gehad.

Een aparte lijst maken

Het is ook mogelijk een afzonderlijke, aparte lijst voor elke insigne op te stellen, zodat alle waarden die met die insigne verband houden in één oogopslag gelezen kunnen worden.

Individuele personen kunnen op die manier hun scores onderling vergelijken. een gezamenlijke bespreking van elk naar voren gebrachte waarde kan een meerwaarde hebben.

Het eerste deel van een mogelijke lijst wordt hier aangegeven . De lijst verwijst naar de getallen in de waardekaart. De organisatie waarvan hier de waarden worden onderzocht is een fictieve hamburgerketen die alleen lichte voorgerechten serveert. Klanten kunnen net zoveel of zo weinig bestellen als ze willen.

In deze lijst is het belang van de waarde tussen haakjes aangegeven:

  1. Sluit goed aan bij een dieet en bewuste voeding (4)
  2. Potentieel een sterk merk in een stabiel marktsegment (4)
  3. Starters zijn vaak koude gerechten, waardoor er minder gekookt hoeft te worden en er minder verspilling is (3)
  4. Veel meer keuze dan bij traditionele hamburgerketens (2)
  5. Er is mogelijk meer geschoold personeel nodig vanwege de verschillende schotels (-2)
  6. Het is moeilijk een evenwicht te bewaren tussen de verschillende schotels. Het gevaar is een teveel of te weinig voorraad (-1)
  7. Aantrekkelijk wanneer je meer variëteit wilt dan bij de doorsnee hamburgertent (1)
  8. Het is voor het personeel motiverende met uiteenlopende schotels te werken (4)
  9. Het personeel moet omgaan met verwarring bij klanten en er zouden meer klachten kunnen komen (-2)
  10. Levert het personeel meer prestige op (1)
  11. Ook het personeel kan gezonder eten (1)
  12. etc. 

Hoofddeksels van De Bono

Hoofddeksels van De Bono

 

De Hoeden van de Bono

Edward de Bono heeft veel geschreven over technieken die kunnen helpen met het management van processen. De Bono geeft aan dat in Westerse landen problemen veelal eenzijdig worden benaderd, opgeknipt in stukjes, data verzameld en geanalyseerd en in logische stapjes opgelost. Dat kan anders.

De Westerse aanpak kan goed werken in een aantal situaties, maar de Bono geeft ons een andere benadering: lateraal denken. Zoals de term al aangeeft gaat het over het afstand nemen van het probleem / het proces, goed kijken naar de context en het onderkennen van de Big Picture.

Dit gaat samen met de focus op zaken die misschien (nog) niet bekeken zijn, het challengen van de uitgangspunten, de kaders en de opgelegde beperkingen en het zoeken naar (de niet vanzelfsprekende) alternatieven.

Verschillende manieren van denken geven verschillende manieren van kijken naar problemen of vraagstukken. De zes kleuren hoeden van Edward de Bono geven een indicatie over de verschillende manieren van denken – of vragen stellen – die je als mens hebt. Het inzetten van alle hoeden voorkomt in een (project)team in vele gevallen een tunnelvisie en een pad-afhankelijkheid.

De blauwe hoed:

De blauwe denkhoed vervult de functie van controleur. Degene die dit hoofddeksel opzet, organiseert het denkproces zelf. Blauw denken is denken over het denken dat nodig is om een onderwerp te verkennen. De denker met de blauwe hoed gedraagt zich als de dirigent van een orkest. Hij of zij doet op de geëigende momenten voorstellen voor het opzetten van de overige vijf denkhoeden.

De blauwe denker definieert de kwestie waarop het denken zich moet richten. De blauwe denker omlijnt de denkfocus, definieert de problemen en formuleert de vragen. Door middel van blauw denken worden de denktaken vastgesteld die moeten worden uitgevoerd. Blauw denken is verantwoordelijk voor het geven van samenvattingen, overzichten en conclusies. Dit kan in de loop van het denkproces als tussenfase worden gedaan, terwijl dat uiteraard ook aan het slot zal moeten gebeuren.

De denker met de blauwe hoed observeert het denkproces en ziet erop toe dat de regels van het spel in acht worden genomen. Hij maakt tijdig een eind aan meningsverschillen en staat erop dat de deelnemers denken volgens de methode die tot het ontstaan van de landkaart leidt. De blauwe denkhoed handhaaft de discipline.

Blauw denken behoort te worden toegepast bij het vragen om opheldering die bedoeld is om de discussie terug te brengen in het juiste spoor. Iedere deelnemer kan daartoe de blauwe hoed opzetten. Ook kan blauw denken worden toegepast voor het vaststellen van een stapsgewijze denkprocedure die moet worden gevolgd, zoals een ensemble de ballet de choreografie volgt.

De blauwe hoed:

De controleur, het organiseren van het denkproces.

Kernvragen die bij de blauwe hoed horen zijn:

  • Wat moeten we – in de bovenstroom – doen om dit te implementeren?
  • Hoe krijgen we de organisatie zover dat we dit gaan doen?
  • Welke hulp en ondersteuning is er daarbij nodig?

De groene hoed:

De groene hoed is bedoeld voor creatief denken. Wie de groene denkhoed opzet geeft te kennen dat hij creatief gaat denken en het daarvoor geëigende idioom zal hanteren. Van de andere deelnemers aan de discussie wordt verwacht dat zij de vruchten van zijn denken als creatief beschouwen. In het ideale geval dragen zowel de denker als de toehoorder(s) de groene denkhoed. De kleur groen is een symbool van vruchtbaarheid, groei en de levenskracht van zaken. Het zoeken naar alternatieven is een fundamenteel aspect van groen denken. Het is noodzakelijk verder te denken dan het voor de hand liggende en dat wat al voldoet.

De groene denker last op willekeurige momenten een creatieve pauze in, teneinde zich te bezinnen op alternatieve ideeën voor een bestaande oplossing. Hij hoeft daar geen specifieke reden voor te hebben. In het kader van groen denken maakt het beoordelingsidioom plaats voor het bewegingsidioom. De denker tracht een idee te benutten als uitgangspunt of opstapje om bij een nieuw idee uit te komen.

Provocatie is een belangrijk bestanddeel van groen denken en wordt symbolisch weergegeven door het woordje po. De provocatie wordt gehanteerd als een hefboom waarmee ons denken uit het gebruikelijke patroon wordt gewrikt, zodat het een ander patroon kan gaan volgen. Er zijn talloze manieren voor het construeren van provocaties, zoals toepassing van de methode die berust op het lukraak kiezen van woorden.

Lateraal denken is één geheel, bestaande uit een geestelijke instelling, een geëigende terminologie (als beweging, provocatie en PO) en een doelgerichte methode voor het bewerkstelligen van de sprong vanuit een ingeslepen patroon. Het wordt toegepast voor het tot stand brengen van nieuwe concepten en waarnemingen.

De groene hoed:

De creativiteit, het doorbreken van gebaande paden, het creëren van nieuwe ideeën.

Kernvragen bij deze hoed zijn:

  • Welke creatieve of alternatieve ideeën hebben we om…
  • Wat zou inspirerend, motiverend zijn en een boost geven om…
  • Hoe kunnen we de problemen, die de zwarte hoed heeft aangedragen, oplossen?

De witte hoed:

Een denker met een witte hoed op is als een computer: neutraal en objectief. Het gaat hier om het aanleveren van cijfers en feiten zonder interpretaties of meningen. Degene die om de juiste informatie vraagt, dient zich te bedienen van gefocuste vragen teneinde de juiste informatie op tafel te krijgen of leemten in zijn beschikbare informatie op te vullen. In de praktijk hanteren we een tweelagen systeem van informatie. De eerste laag bestaat uit geverifieerde en onomstotelijke feiten. De tweede laag bestaat uit veronderstelde feiten: feiten waarvan wordt veronderstelt dat ze juist zijn, hoewel ze nog niet op juistheid zijn nagetrokken. Iemand met een witte hoed mag deze beide soorten informatie op tafel leggen als hij maar aangeeft hoe waarschijnlijk waar ze zijn.

Wit denken is zowel een discipline als een richtsnoer. De witte denker probeert bij het presenteren van informatie zo neutraal en objectief mogelijk te zijn.

De witte hoed:

De informatie leverancier, het geven van informatie zonder interpretaties en meningen.

Kernvragen bij deze hoed:

  • Welke informatie heb ik nodig?
  • Hoe en/of waar vind ik die informatie?
  • Hoe kunnen we de informatie verifiëren op…

De rode hoed:

Het dragen van de rode hoed stelt de denker in staat te zeggen: zo denk ik over deze zaak, zo voelt het juist aan. De rode hoed verleent emoties en gevoelsoordelen een legitieme status als een belangrijk onderdeel van ons denken. De rode hoed maakt gevoelens manifest, zodat ze deel gaan uitmaken van de landkaart van het denken en van het systeem van waarden, dat bepalend is voor het kiezen van een route.

De rode hoed verschaft de denker een gemakkelijke methode om over te schakelen op de emotionele golflengte. De denker stelt zich in de gelegenheid zich op de hoogte te stellen van de gevoelens van anderen, eenvoudig door naar hun ‘rode’ mening te vragen. Als een denker de rode hoed op heeft, moet iedere poging tot het rechtvaardigen van zijn gevoelens of het construeren van een logische basis ervoor afwezig blijven.

De rode hoed heeft betrekking op twee algemene categorieën van gevoelens. Om te beginnen de normale emoties zoals we ze allemaal kennen (van krachtige emoties zoals angst en antipathie, tot subtielere emoties als achterdocht). Daarnaast de gecompliceerde beoordelingen die voortkomen uit gevoelscomplexen zoals vermoedens, intuïtie (ingevingen), nuchterheid, smaak, esthetisch gevoel, en andere soorten gevoelens die niet duidelijk te rechtvaardigen zijn. Indien een mening in hoge mate op dergelijke gevoelens berust, kan dit ook tot denken vanuit een rode hoed gevat worden.

De rode hoed:

De emotie, gevoelens en emoties drijven het denken van de rode hoed.

Kernvraag hierbij:

  • Wat speelt er in de onderstroom en hoe serieus is dat?
  • Wat zegt ons eigen gevoel hierover?
  • Welke angsten en/of emoties spelen er bij elk van ons?

De gele hoed:

Geel denken is positief en constructief. De gele kleur staat voor zonneschijn, helderheid en optimisme. Geel denken is gericht op het opsporen van positieve aspecten, zoals zwart denken gericht is op het blootleggen van negatieve punten. Geel denken omvat het hele positieve spectrum, waarvan het ene uiterste bestaat uit het logische en praktische en het andere uit visioenen en hoopvolle verwachtingen.

Geel denken verkent en onderzoekt de dingen op hun waarde en voordelen. Vervolgens probeert de denker met een gele hoed logische ondersteuning te vinden voor deze waarde en voordelen. Geel denken is gericht op het naar voren brengen van degelijk gefundeerd optimisme, maar hoeft zich niet daartoe te beperken.

Geel denken is constructief en generatief. De gele denker legt concrete suggesties op tafel. Geel denken heeft betrekking op het uitvoeringsaspect en streeft naar het aan het rollen brengen van de bal zodat de dingen gebeuren. Het constructieve denken van de drager van de gele hoed is gericht op effectiviteit. Geel denken kan speculatief zijn en gericht op het opsporen van kansen (opportunisme). Onder de gele hoed zijn ook visioenen en dromen geoorloofd. Geel denken leidt niet tot euforie zonder meer (dat is de rode hoed) maar ook niet tot het rechtstreeks creëren van nieuwe ideeën (de groene denkhoed).

De gele hoed:

Creativiteit en optimisme, gericht op het in gang zetten van dingen.

Kernvraag bij deze hoed is:

  • Wat zijn de positieve waarden en voordelen?
  • Wat is het nieuwe, het innovatieve, aan dit idee?
  • Wat is de kracht van dit idee?

De zwarte hoed:

Zwart denken heeft specifiek betrekking op negatieve aspecten de denker met de zwarte hoed vestigt de aandacht op alles wat verkeerd, onjuist of gebrekkig is, of op het feit dat iets niet strookt met de praktijkervaring of algemeen aanvaarde kennis. Hij geeft aan waarom iets niet zal functioneren. Hij wijst op eventuele risico’s en gevaren. Hij legt de gebreken en fouten in een ontwerp bloot. Zwart denken is geen betoog en mag nooit als zodanig worden gehanteerd of beschouwd. Het is een objectieve poging om de negatieve elementen toe te voegen aan de landkaart. Zwart denken kan ook de vinger leggen op fouten in de gedachtegang en de gevolgde denkmethode.

Zwart denken kan een idee beoordelen tegen de achtergrond van het verleden, teneinde na te gaan in hoeverre het strookt met bestaande kennis. Zwart denken mag ook een idee projecteren naar de toekomst en zien wat er ontbreekt of wat er mis zou kunnen gaan.

Zwart denken mag negatieve vragen stellen, maar mag geen dekmantel zijn voor negatieve geaardheid of het verwoorden van negatieve gevoelsoordelen, omdat daartoe gebruik moet worden gemaakt van de rode denkhoed. Het belichten van de positieve aspecten wordt overgelaten aan de gele denkhoed. Als het om nieuwe ideeën of denkbeelden gaat, behoort de gele denkhoed altijd vóór de zwarte te worden gebruikt.

De zwarte hoed:

De negatieve en kritische blik, wat kan er mis gaan, waar hebben we niet aan gedacht.

Kernvragen die bij de zwarte hoed horen zijn:

  • Wat zijn de grootste issues die we zien of verwachten?
  • Zijn er ergens bezwaren tegen of twijfels over deze aanpak?
  • Waar zouden we extra op moeten letten?
Onderhandelen

Onderhandelen

Essentieel voor het slagen van onderhandelingen is een relatief goede verstandhouding. Scheid daarbij altijd persoon en probleem. Wees positief en informeer naar de belangen. Door de ander positief te bejegenen én stevig voor de eigen belangen op te komen, creëer je een situatie waarbij de ander vroeger of later tot coöperatie geneigd zal zijn.

Aandachtspunten onderhandelen

Iedere onderhandeling gaat in wezen over twee domeinen:
– de conflicterende belangen
– het doel en de spelregels van de onderhandeling.

Het gaat erom de juiste spelregels in te voeren en op te volgen.

Visie en methode

De Harvard methode heeft als visie dat een duurzame en redelijke overeenkomst – die de verschillende en tegenstrijdige belangen optimaal verenigt én de onderlinge relatie ontwikkelingsperspectief biedt – een effectief en efficiënt proces is.

Als methode wordt ervoor gekozen om de tegenstander tot een partner te maken met wie het gemeenschappelijke probleem samen kan worden opgelost. Het houdt in dat je hard en helder bent in het zakelijke, doch zacht en wijs in het menselijke. Ergo, nóch hard doordrukken ten koste van de relatie, nóch toegeven omwille van de relatie.

Geef de mensen de juiste aandacht

Essentieel voor het slagen van onderhandelingen is een relatief goede verstandhouding. Daarom probeer de persoonlijke confrontaties en emotionele escalaties te vermijden. Blijf je bewust van jouw doel en kijk vooruit. Veel onenigheid heeft wel een reden (uit het verleden), maar geen doel voor de toekomst.

Scheid altijd de persoon van het probleem. Wees positief. Informeer naar de belangen van de ander. Houd ook rekening met hun achterban. Geef hun emoties de ruimte die nodig is, zonder er zelf emotioneel op te reageren.

Door de ander positief te bejegenen én stevig voor jouw eigen belangen op te komen, creëer je een cognitieve dissonantie waardoor de ander vroeger of later tot coöperatie geneigd zal zijn.

Geef aan de andere kant ook een krachtige en levendige beschrijving van jouw belangen. En hou daarbij het doel – er samen willen uitkomen – voor ogen door bij de zakelijke kant te blijven en niet in de emoties te schieten.

Richt je op belangen, niet op posities

Meestal wordt over posities onderhandeld. Mensen hebben de neiging om zich daarop in te graven en het op een gevecht – op basis van power en wilskracht – aan te laten komen. Achter posities gaan echter belangen schuil, onuitgesproken en onbewust, soms ook ongrijpbaar en inconsistent.

Probeer er helderheid in te brengen. Voor bepaalde belangen zijn meerdere posities – en dus oplossingen – mogelijk. Dat schept onderhandelingsruimte. Soms komen er geen tegenstrijdige, maar juist verschillende belangen naar voren, die gemakkelijk te verenigen zijn. Je word je zo ook bewust van gemeenschappelijke belangen.

Zoek naar verschillende opties

Een goede overeenkomst levert meer op dan het rekenkundige gemiddelde van twee posities. De voorstelling dat een bepaalde taart verdeeld moet worden, werkt belemmerend. Probeer veeleer de taart groter te maken. Daarvoor is een stuk creativiteit nodig.

Om deze de ruimte te kunnen geven, moet je het bedenken ervan en het beslissen erover duidelijk van elkaar scheiden. Het is soms ook zinvol en doelmatig om er andere partijen bij te betrekken. Zij kunnen met waardevolle en soms onverwachte ideeën komen.

Zoek naar wederzijds voordeel en probeer de verschillende belangen te vervlechten. Stel gemeenschappelijke belangen centraal.

Oriënteer je aan objectieve maatstaven

Ga samen op zoek naar een redelijke, concrete en praktische opties en voor beide partijen aanvaardbare oplossing. Probeer het samen eens te worden over objectieve en rechtvaardige maatstaven, criteria en normen, waaraan je de voorstellen wilt toetsen. Gebruik daarbij principes en geen pressie-middelen.

Maak beslissen makkelijk.

Werk samen de overeenkomst uit. Als je de ander daar bij betrekt, is deze eerder geneigd de overeenkomst te accepteren. Nodig uit tot commentaar en kritiek op jouw voorstellen en verwerk deze. Let daarbij wel op alle belangen en vermijd absoluut een gezichtsverlies van de ander.

Wees concreet in jouw voorstellen. De ander wil natuurlijk precies weten waarop een JA gezegd gaat worden. Vraag de ander – bij voorkeur, maar alleen indien dat mogelijk is – om advies hoe jij het voorstel tegenover jouw achterban zou kunnen verdedigen.

Ga niet kunstmatig of gespannen onderhandelingsruimte inbouwen. Als je een paard wilt laten drinken, helpt het niet om het hoofd naar beneden te duwen. Het moet zelf gaan en willen drinken. Ga ook niet dreigen met wat je anders zou kunnen doen, maar ga – zo nodig – wel waarschuwen wat er zou kunnen gebeuren. Houd daarbij jouw beste alternatief zonder overeenkomst (BAZO) in de gaten. Wees je ook bewust van de BAZO van de ander. Bouw een gouden brug terwijl je er samen over heen loopt…

Voorbereiding

Bij iedere onderhandeling is een goede voorbereiding essentieel. Trek er even veel tijd voor uit als voor de onderhandeling zelf en reflecteer op:

– Wat zijn mijn en hun belangen?
– Wat zijn mogelijke opties voor een overeenkomst?
– Wat zijn objectieve en aanvaardbare normen?
– Wat zijn mijn en hun BAZO?
– Wat wil ik minimaal bereiken?

Het proces – en een mogelijke samenwerking tijdens de onderhandelingen – kan worden belemmerd door de volgende struikelblokken en hindernissen:

– hun emoties en jouw emotionele reacties
– hun vijandelijke houding en wantrouwige reserves
– hun aanvallen en trucages
– hun macht en overredingskracht.

Meespelen en tegenspel

  1. Hun emoties en jouw emotionele reacties kunnen het proces ernstig belemmeren. Ga naar het ‘balkon’ en neem afstand van jouw impulsen en opspelende gevoelens. Blijf gefocust op het doel, je wilt er samen uitkomen.
  2. Hun vijandelijke houding en wantrouwige reserves kunnen gaan aanvoelen als een lopen op drijfzand. Wissel van positie en ga – in gedachten en misschien wel fysiek-concreet – naast de ander staan. Positioneer je bewust naast de ander en maak de ander duidelijk dat je er op-en-top op uit bent de ander te begrijpen. Schep de juiste atmosfeer en ruimte om te bewegen. Ontwapen de ander door fysieke en symbolische gebaren. Wees daarin consequent..
  3. Hun aanvallen en trucages kunnen jou van slag doen raken. Plaats dan alles in het kader van een samenwerking. Benoem de aanvallen en de trucs en stel ze ter discussie. Gebruik stiltes, die kunnen zeer effectief zijn. Ontkracht de aanvallen en trucs door ze positief te interpreteren en te reframen. Ga het spel van de tegenstander niet meespelen, maar biedt tegenspel en samen-spel.
  4. Gebruikt de ander zijn/haar macht om te winnen, zet daar dan jouw kracht tegenover en zet jouw kracht op een positief-creatieve manier in. Gebruik bijvoorbeeld humor of story telling, dat werkt meestal ontwapenend.

Kortom

Kortom, blijf zorgen voor een goede relatie, begrijp de belangen van de ander zodat je er op in te kunt spelen, refereer aan legitieme maatstaven, ontwikkel een goed BAZO en maak een duidelijk en concreet aanbod.

 

 

 

 

Conflicten hanteren

Conflicten hanteren

 

In een samenwerking of in een relatie ontstaan natuurlijk ook wel eens conflicten. In zo’n situatie heb je de mogelijkheid daar verstandig en empathisch mee om gaan. Kenneth W. Thomas en Ralph H. Kilmann hebben een model ontwikkeld om conflicten te hanteren.

Onderzoek jouw stijl

Onderzoek of jij jezelf herkent in één van de vijf stijlen. Het is ook mogelijk dat je verschillende stijlen van conflicthantering hanteert. Elke stijl heeft zijn eigen vóór- en nadelen; de effectiviteit van elke stijl verschilt per situatie.

Het verschil tussen deze stijlen zit ´m in hoe jij omgaat met de twee elementen van een conflict: de inhoud of kwestie waarover het conflict ontstaan is en de relatie met de ander.

Hoe kun je met een conflict omgaan?

Er zijn volgens Thomas-Kilmann vijf stijlen waarop je met een conflict kunt omgaan. Dat zijn: 1. aanpassen, 2. vermijden, 3. vechten, 4. samenwerken en 5. onderhandelen

1. Aanpassen

Aanpassen doe je als je de relatie belangrijker vindt dan de kwestie. Als jij je aanpast, zet jij jouw eigen belangen opzij. Aanpassen is een verstandige strategie als je beseft dat je ongelijk hebt of bij iemand die je nog niet zo goed kent, bijvoorbeeld als je net een nieuwe baan of een goede relatie hebt.

Voordeel: je bouwt er sociaal krediet mee op en bewaart er de vrede mee.

Nadeel: soms kan het aanpassen minder handig zijn. Dan laat jij je iets in de maag splitsen waar je niet achter staat. Mensen die sub-assertief zijn, kiezen vaak voor de aanpassing als strategie.

2. Vermijden

Je kunt ervoor kiezen een conflict te vermijden, als je zowel de kwestie als de relatie niet belangrijk vindt. Je reageert niet en gaat de ander uit de weg.

Voordeel: je steekt er geen energie in.

Nadeel: Vermijden is geen verstandige strategie als je privé of zakelijk ook na het conflict met de ander te maken hebt. Het conflict blijft gewoon liggen en kan op ieder ander moment weer opspelen.

3. Vechten

Vechten doe je als je de kwestie erg belangrijk vindt en de relatie minder  belangrijk. Dan stel je jouw belangen voorop. Je zet alles op alles om te winnen. Alles wat je maar enigszins een machtspositie kan geven in het conflict, pak je aan, zodat je jouw zin kunt doordrukken. Argumenten zijn bijvoorbeeld jouw hiërarchische positie, mogelijke financiële sancties, de zwakke punten van de ander …

Vechten kun je doen in noodsituaties of om op te komen voor je rechten bij onderwerpen die voor jou van groot belang zijn. Doe dat alleen als je zeker weet dat je gelijk hebt en alleen om jezelf te beschermen tegen mensen die anders misbruik van je maken.

Voordeel: je hebt grote kans gelijk te krijgen, je houdt volledig vast aan jouw eigen belang.

Nadeel: Vechten is geen handige strategie als je later nog wilt samenwerken of samenleven. Bovendien kun je het alleen doen als je degene bent die de meeste machtsmiddelen tot z’n beschikking heeft. Vechten is vaak een vaste strategie voor mensen die niet assertief zijn, maar agressief.

4. Samenwerken

Samenwerken doe je als je zowel de kwestie als de relatie belangrijk vindt. Je zoekt met/in een samenwerking een oplossing die beide partijen dient. Beide partijen laten de eigen belangen los en gaan op zoek naar het gezamenlijk belang. Door goed naar elkaar te luisteren, elkaars opvattingen en de onderliggende belangen te onderzoeken, ga je samen op zoek naar een oplossing.

Samenwerken is een goede strategie als een band wilt kweken of ‘leren’ tot doel hebt. Het kan alleen als de ander er ook voor open staat.  Is de andere partij bezig voor of met vechten, vermijden of aanpassen, dan zal deze strategie niet werken. Een manier om weer tot samenwerking te komen, is het samen voeren van een conflicthanteringsgesprek, bij voorkeur met een professionele derde erbij.

Voordeel: het schept een band en je leert er veel van.

Nadeel: het kost veel tijd.

5. Onderhandelen 

Bij onderhandelen richt je je zowel op de inhoud van het conflict als op de relatie. Onderhandelen betekent het verschil samen delen. Beide partijen doen concessies om tot een geschikte, wederzijds acceptabele oplossing te komen.

Het verschil met samenwerken is dus dat je wel vasthoudt aan je eigen belang en doelstellingen, maar van daar uit wel stappen naar elkaar toe zet. Onderhandelen is een goede strategie als beide partijen even machtig zijn en de doelstellingen elkaar uitsluiten.

Ook bij complexe problemen of als er tijdsdruk is, kan onderhandelen een oplossing bieden. Op onderhandelen val je bovendien terug als samenwerken – of vechten – gefaald heeft. Eventueel kun je, door het inschakelen van een derde partij in een conflicthanteringsgesprek, de onderhandelingen snel en gericht voeren.

Voordeel: het is sneller dan samenwerken.

Nadeel: je komt niet altijd tot een optimale oplossing, het is een compromis.

 

 

 

 

 

 

 

Conflicten managen

Conflicten managen

Conflicten zijn er na verloop van tijd altijd en overal. Thuis, in de privé situatie, maar ook op het werk. Hoe begeleid je nu een jongere en hoe ga je om met volwassenen die een conflict hebben?

Inhoud of relatie

Een conflict kan gaan om de inhoud van een kwestie (inhoudsniveau) en/of om de relatie tussen de betrokkenen (betrekkingsniveau). Elk van de partijen heeft belang bij een gunstige afloop van het conflict en voelt zich tegelijkertijd in min of meerdere mate verantwoordelijk voor de relatie met de ander.

Ieder mens ontwikkelt zo zijn eigen manieren om met conflicten om te gaan. De ene persoon is assertiever van aard en presenteert zich in conflicten zeer strijdvaardig. De ander is wellicht meer coöperatief en stelt het belang van de relatie boven dat van de te behalen resultaten.

Overigens kan deze houding per moment verschillen. Dit is afhankelijk van de belangen die voor ieder op het spel staan en de waarde van de relatie.

Begeleiden van adolescenten

Als jij de jongere begeleidt in de omgang met anderen, kun je als derde partij betrokken raken bij conflicten van de adolescent. Je bent derde partij als jij als buitenstaander probeert anderen te helpen bij het oplossen van een conflict.

Derde partij

Je kunt als derde partij de rol aannemen van:

  • autoriteit of scheidsrechter: je neemt zelf de beslissing voor de anderen;
  • bemiddelaar of procesbegeleider: je helpt de anderen om zelf tot een oplossing te komen;
  • belangenbehartiger: je zet je eigen deskundigheid in voor de belangen van de jongere als deze onvoldoende voor zichzelf kan opkomen.

In het begeleiden van adolescenten zul je vooral de rol van bemiddelaar of procesbegeleider nastreven:

Als bemiddelaar verwacht je van de jongere dat hij zelf zijn verantwoordelijkheden neemt om met de ander aan een oplossing van het conflict te werken. Je ondersteunt beide partijen door hun standpunten en voorstellen te verhelderen en hanteerbaar te maken.

Als procesbegeleider zet je de adolescenten aan tot zelfreflectie. Je laat hen nadenken over de echte oorzaak van het conflict, laat hen bewust worden van eigen emoties en gedrag en mogelijke misverstanden. Vervolgens vraag je hen na te denken over mogelijke oplossingen. Zo leer je de adolescenten omgaan met conflicten.

Als leider omgaan met conflicten

Het omgaan met conflict is misschien niet het makkelijkste deel van het leiderschap, het is wel essentieel en noodzakelijk. Een conflict kan ook een vernieuwing in de onderlinge relaties teweegbrengen. Een ieder bezint zich weer op de eigen belangen, uitgangspunten en grenzen en dan kan er iets moois ontstaan.

Aanpak manager bij conflicten

Als manager zijn er zeven dingen die je kunt doen bij conflicten:

  • Waardeer verschillen en manage de verschillende passies van mensen op zo’n manier dat het hun destructieve potentieel vermindert en hun constructieve energie optuigt;
  • Creëer een plek of moment waar conflict en meningsverschil benoemd kunnen worden;
  • Blijf de barometer en de temperatuur controleren zodat je een bui ziet aankomen, het conflict niet overkookt en jij niet wordt overspoeld.;
  • Luister naar de partijen en stel vragen over hun motieven en gevoelens. Als je weet waarom een partij de kwestie zo hoog opneemt, kun je beter jouw rol kiezen en leg je ook de basis voor een oplossing;
  • Laat de partijen vertellen wat hun belang is en wat voor hen acceptabel is. Bij zakelijke conflicten hebben partijen meestal – en dat is verstandig – wat wisselgeld achter de hand gehouden. Dat betekent dat ze niet snel de voor hun aanvaardbare minimum oplossing aanbieden maar de andere partij de kans bieden om stappen hun kant op te zetten
  • Zorg dat er verder géén misverstanden ontstaan door af en toe een samenvatting te geven van het verloop van het conflict en de positie van de partijen;
  • Partijen stoom laten afblazen. Is een partij heel boos, laat deze zich dan zich uiten. Dat is soms even de kiezen op elkaar zetten. Maar het voordeel is dat die partij, als deze het kwijt is, weer meer openstaat voor het bespreken van de zaak.

Focus behouden

Blijf bij het onderwerp waar het conflict over gaat. Dus niet toestaan dat een partij zegt: “En wat ik ook nog vind is dat …”. Zorg ervoor dat er geen andere dingen bijgehaald worden

Ongeacht of het onderwerp belangrijk voor een partij is, wijs erop dat het per sé gelijk willen krijgen, geen handige strategie is

Grijp in als een partij er anderen bij wil halen: “Ik sprak laatst met Jim en die vond ook dat jij….” Het medestanders zoeken zorgt voor kampen en maakt het probleem alleen maar moeilijker oplosbaar omdat het conflict zich dan verder uitbreidt.

Voorkom dat de redelijkheid van de andere partij in twijfel wordt getrokken: “Ja zeg, met jou valt gewoon echt niet te praten”.

Bewaak dat – als een partij boos wordt – jij daar niet in meegaat. En zorg er ook voor dat de andere partij daar niet automatisch in meegaat. Dat wordt inhaken genoemd. Blijf liever, als dat lukt, rustig en oplettend en laat de desbetreffende partij even stoom afblazen. Neem een time-out.

Uitdaging bij organisatieveranderingen

Het managen van conflict is één van de grootste uitdagingen waar een manager bij een organisatieverandering mee te maken heeft. Er zijn twee oorzaken van conflicten.

  • Ze komen voort uit weerstand tegen de verandering
  • Ze hebben te maken met botsende standpunten over het hoe en wat.

Vaak zijn conflicten eerder latent dan tastbaar aanwezig, waardoor ze moeilijker aanwijsbaar en benoembaar zijn. Helaas zijn de meeste organisaties allergisch voor conflict en zien deze vooral als een bron van gevaar, wat ze helaas soms ook zijn.

Maar bekijk het ook eens anders: conflict is ook een noodzakelijk deel van een veranderproces. Als de manager het op een juiste manier benadert en bespreekt, kan het zelfs dienen als een start van de gewenste vooruitgang…