Om zicht op en begrip te krijgen voor de drie oerkrachten in een organisatie, en om te leren werken met systemische vragen, nodigen wij je uit de volgende oefening te doen:
- kies een actueel probleem of issue in de organisatie. Het kan iets zijn in een team, het kan ook te maken hebben met een product of dienst. Of met een specialisatie of innovatie in de organisatie;
- beschrijf de situatie en het probleem in max. 250 woorden. Omschrijf zowel de zichtbare bovenstroom als de onzichtbare (gevoelsmatige) onderstroom;
- beantwoordt van iedere oerkracht de vragen, schrijf het antwoord op en spreek deze hardop uit. Zo voel je welke antwoorden bij jou resoneren en van belang zijn;
- zoom steeds verder uit en kijk naar het daaropvolgende grotere geheel – grotere systeem – met de oervragen in gedachte. Hoe verder je uitzoomt, hoe verder je van jouw eigen bereik vandaan komt. Besef dat in de praktijk alleen interventies en maatregelen binnen je eigen bereik succesvol kunnen zijn;
- het zicht op en de informatie uit het grotere geheel kan wel nieuwe oplossingsrichtingen en mogelijkheden opleveren. Bekijk welke nieuwe, nog onbenutte mogelijkheden er liggen om het probleem aan te pakken.
Oerkrachten en vragen
Oerkracht 1: systemisch insluiten
- waar zoomen we precies op in? Wat raakt er dan op de achtergrond of uit beeld?
- wat mag wel en wat mag niet gezien worden?
- over welke belangrijke gebeurtenissen in de organisatie zou meer gesproken mogen worden?
- wat moet je doen om erbij te mogen horen? Wat moet je doen om er niet meer bij te horen?
- wat moet je opgeven of laten om er bij te mogen horen?
Oerkracht 2: systemische ordening
- wie of wat krijgt steeds voorrang in de organisatie?
- wat zijn de Leidende Principes van de organisatie, wie of wat zou op de eerste plaats moeten staan in de organisatie? Wie of wat op de tweede plaats?
- wanneer en hoe is de organisatie werkelijk begonnen?
- op welke wijze wordt het nemen en dragen van risico in de organisatie beloond?
- wat zeggen medewerkers over het probleem?
- wat zouden de oprichters van de organisatie over het probleem zeggen?
Oerkracht 3: systemisch evenwicht: balans in geven – nemen
- waar in de organisatie wordt (te)veel gegeven?
- wie of welke afdeling in de organisatie kan niet ontvangen, iets (aan)nemen?
- wie of wat heeft belang bij een status quo? Wat mag er niet veranderen, waar zit de winst / het voordeel voor hen?
Wat is de prijs die de organisatie moet betalen om te veranderen? En wie betaalt deze prijs, waar komen de kosten te liggen? Waar komt, bij een verandering, de winst te liggen in de organisatie.