Politicoloog Philip Tetlock doet al dertig jaar onderzoek naar voorspellen. Onze wereld, stelt hij, hangt aan elkaar van voorspellingen. Het leuke van voorspellingen is dat je kunt testen of ze kloppen.
Experts
Dat is wat Tetlock deed met de voorspellingen van experts die voorspellen als dagelijks werk hadden. Jarenlang nam hij vragenlijsten af met vragen over van alles en nog wat. Hij publiceerde in 2005 de conclusies in zijn boek Expert Political Judgement.
Hij had iets verbijsterends gevonden, namelijk dat de gemiddelde expert net zo goed voorspelt als een chimpansee die dartpijltjes gooit. Die gooit bijna altijd mis, maar raakt soms per toeval de roos. Met andere woorden, die experts hadden net zo goed een muntje kunnen opgooien…
Daarbij kwam ook nog eens dat hoe vaker iemand in de media te zien was, des te slechter de voorspellingen. De talking heads van deze wereld als dartende chimpansees. Het is niet verrassend dat de media smulden van Tetlock’s onderzoek.
Vossen en egels
Maar één ding zagen de media over het hoofd en dat was dat in het onderzoek er een klein groepje was, dat beter voorspelde dan de chimpansee. Eén ding verenigde deze goede voorspellers en dat was twijfel. Ze waren – in de woorden van Tetlock – “vossen, geen egels”. Dat was een verwijzing naar een meer dan 2.600 jaar oud Grieks gedicht van Archilochus. “De vos weet veel dingen, maar de egel weet één groot ding”.
Egels twijfelen niet. Ze hebben één groot idee en uit dat idee volgen lekkere, ongenuanceerde uitspraken over de toekomst. Het maakt wel leuke tv, maar slechte voorspellingen. Vossen daarentegen twijfelen wel. Aan de wereld, die vol zit met onzekerheden, en ook aan zichzelf. Ze laten zich niet leiden door bepaalde starre ideeën over hoe de wereld zou moeten zijn, maar kijken naar gegevens en data die helpen te begrijpen hoe de wereld in elkaar steekt. Vossen doen het niet zo lekker op tv, maar ze zijn beter in voorspellen.
Supervoorspellers
Tetlock besloot om mee te doen aan de grootste voorspel-competitie ooit, georganiseerd door de Amerikaanse veiligheidsdienst. Met een team van vrijwilligers, allemaal van het type vos. In het eerste jaar van de competitie bleek al dat Tetlock’s team het veel beter deed dan de andere teams. Vier jaar lang, vijfhonderd vragen en meer dan een miljoen voorspellingen later, was het zeker. Zijn beste deelnemers hadden het zelfs vaker bij het rechte eind dan veiligheidsambtenaren die toegang hadden tot vertrouwelijke informatie.
Deze supervoorspellers waren niet per sé superslim, ook hadden ze lang niet altijd veel verstand van de onderwerpen die langskwamen. Hun banen hadden vaak ook weinig met voorspellen te maken. Er zat een filmmaker, een stijldanser en een computerprogrammeur bij. “Het gaat niet echt om wie ze zijn, maar om wat ze doen”, zegt Tetlock in het boek Supervoorspellers dat hij met journalist Dan Gardner schreef.
Hoe denken vossen?
Maar hoe denken die vossen dan? Kunnen we daar iets van leren? Deze vijf stappen helpen je op weg.
1. Wees je bewust van je eigen vooroordelen
We zijn geen neutrale informatieverwerkingssystemen. Sommig nieuws maakt ons blij, ander nieuws maakt ons bang. Dat ene feitje willen we maar al te graag geloven, terwijl we andere feiten het liefst meteen terzijde schuiven.
De eerste vraag die je jezelf moet stellen bij een bericht is dan ook: wat ervaar of voel ik hierbij? Neem bijvoorbeeld het bericht dat e-sigaretten gevaarlijke bijwerkingen hebben. Waarschijnlijk heb je hier direct een reactie op. Dit gebeurt in wat in het Human Design system instinctief / intuïtief wordt genoemd.
Mensen interpreteren informatie meer neutraal – meer rationeel – als het gaat om iets simpels als tandpasta of schoensmeer. Betreft het evenwel iets controversieels als de wapenwetgeving of belastingontduiking, dan beredeneren ze de feiten ineens toe naar hun eigen gevoel daarover, naar hun eigen standpunt.
Het laat zien dat we informatie niet alleen interpreteren met ons brein, maar ook met onze onderbuik en ons gevoel ergens over. Wat we zien als waar heeft – daarnaast – net zo goed te maken met de groep waar we onszelf toe rekenen. Dat blijkt keer op keer in onderzoek naar motivated reasoning.
Niemand is vrij van vooroordelen, dat is menselijk. Maar een vos is zich hiervan bewust. Het geeft de vos ook de nodige bescheidenheid, de gezonde zelftwijfel, die een vos behoedt voor zelfoverschatting.
2. Bekijk het probleem van alle kanten
Een echte vos laat zich niet leiden door zijn eigen vooroordelen, maar kijkt naar de feiten. Probeer dus niet te varen op dat ene tv-interview of krantenberichtje, maar verzamel zo veel mogelijk informatie. Ook als het van een bron komt die misschien niet bij jouw eigen overtuiging past. Of komt uit een vakgebied waar je misschien niet zoveel van weet.
Tegelijkertijd, wees op je hoede als iemand anders met een feit komt dat wel erg goed past bij zijn of haar positie. En neem de tijd, je hoeft niet één-twee-drie ergens iets van te vinden. Als je een probleem van meerdere kanten gaat bekijken, zul je ook zien dat de zaak al snel complexer wordt.
Vossen kunnen goed omgaan met een dergelijke complexiteit. Waar egels graag een passend narratief hebben, erkennen vossen dat de wereld nu eenmaal ingewikkeld is, en veranderlijk.
3. Verander van mening
Philip Tetlock gebruikt dit citaat in zijn boek. Het komt van John Maynard Keynes: “When the facts change, I change my mind. What do you do, Sir?” Het wordt je niet altijd in dank afgenomen als je verandert van mening. Je wordt al snel als onbetrouwbaar gezien. Vreemd eigenlijk. Want dat zou betekenen dat je op een gegeven moment altijd hetzelfde standpunt moet hebben. Ik ben blij dat ik al mijn meningen, die ik had in de pubertijd, niet hoef te verdedigen…
Tetlock vond dat de supervoorspellers – en met name de crème de la crème onder de vossen – niet te beroerd zijn om hun standpunten bij te stellen als dat nodig was. En ze geven ook toe als ze een fout hebben gemaakt.
4. Denk niet in zekerheden
Tot nu toe klinkt het misschien allemaal wat gratuit. Je hebt ergens een gevoel bij, het probleem is complex en de werkelijkheid verandert ook nog eens. Zo kun je toch nooit een uitspraak doen, over iets? Een zekere onverschilligheid ligt op de loer. Maar twijfelen is iets anders dan je schouders ophalen.
Mensen houden in de regel niet van onzekerheid. De mensheid heeft volgens Tetlock lange tijd vooral op twee koersen gevaren: of iets is zo, of iets is niet zo. Dat is logisch als je ziet hoe we vroeger leefden. Of iets is een bedreiging of iets is geen bedreiging. Alleen als iets onweerlegbaar daar tussen in valt, zetten we onze mentale wijzerplaat op: misschien. Toch is misschien juist vaak het goede antwoord.
En wat beslissingen betreft, vergeet niet dat wetenschappelijke kennis ook grenzen heeft. Er is op dit moment iets veel ergers gaande. De pandemie van een wereldwijd instortend economisch en sociaal stelsel. Je kunt belangen afwegen, een knoop doorhakken en dan lijk je een bepaald risico te accepteren. Daarbij spelen dan geen objectieve, maar subjectieve overwegingen een rol. Net als de keuze van het kabinet om juist een strengere koers te varen tijdens de corona crisis. De wetenschap kan daarbij informeren, maar de uiteindelijke keuze is een politieke.
5. Zoek mensen die denken als een vos
Misschien denk je, pfff… wat een werk. Dat klopt, het is best vermoeiend. Om echt een gedegen standpunt te ontwikkelen, moet je jezelf blijven informeren, accepteren dat je van mening kunt veranderen en continu bedenken hoeveel onzekerheid er is.
Heb je geen tijd om dit te doen, ga dan op zoek naar andere mensen die durven te twijfelen. Naar journalisten, wetenschappers, kennissen, waar je veel van kunt leren. Bekijk bijvoorbeeld eens Science Magazine. Bekijk STAT en FiveThirtyEight (met een logo van een vos). Daar krijg ik in ieder geval het gevoel evenwichtig geïnformeerd te worden, zonder dat de stukken mij een bepaalde kant opduwen.
Zoals al eerder gezegd: “Het gaat niet echt om wie ze zijn, maar om wat ze doen”, In het boek Supervoorspellers dat Tetlock en journalist Dan Gardner schreven, worden deze vijf eigenschappen beschreven.