+31(0) 6 53 24 78 44 info@denhoed-co.nl
Team onderzoek

Team onderzoek

In organisaties werken mensen in teams. Er zijn teams die prima in staat zijn hun resultaten te behalen, vaak met veel plezier en passie. Er zijn ook teams die hun resultaten (net) niet halen. Of dat wel doen, maar met veel gemopper en gedoe.

Samenwerking

De samenwerking in deze teams verloopt vaak stroef en er wordt weinig ‘eigenaarschap’ genomen voor het werk en al helemaal niet voor het eigen handelen. Het gemopper richt zich op de ander, waaronder vaak het management van de organisatie. Ook wordt de thema’s ‘onveilig’, ‘naar elkaar wijzen’ en ‘vertrouwen’ vaak aangehaald. Deze teams krijgen vaak het etiket ‘lastig’, ‘een kar op vierkante wielen’ of zelfs ‘een slangenkuil’ opgeplakt, en dit blijft ze soms jarenlang achtervolgen. Teamonderzoek biedt uitkomst.

Vijf frustraties van teamwerk

Het is lastig om een samenhangend team op te bouwen. Ingewikkeld is het echter niet. Het maakt niet uit of je leiding geeft aan managers van een grote organisatie of aan een kleine afdeling, en ieder team is altijd voor verbetering vatbaar.
Echt teamwork is voor de meeste organisaties net zo ongrijpbaar als vroeger en weinig organisaties slagen er in om echt teamwork van de grond te krijgen, aangezien ze ongemerkt slachtoffer worden van een vijftal voor de hand liggende, maar gevaarlijke valkuilen.

Deze valkuilen (of frustraties) betreffen 5 fundamentele aspecten die ten grondslag liggen aan effectief teamwork.
Deze aspecten worden valkuilen of frustraties wanneer zij onvoldoende gerealiseerd worden.

1. De eerste frustratie is de afwezigheid van vertrouwen tussen de teamleden onderling. De oorzaak hiervan ligt uiteindelijk bij degenen die niet bereid zijn om zich binnen de groep kwetsbaar op te stellen. In openheid fouten en zwakheden toegeven, is voorwaardelijk om een basis van vertrouwen te creëren.

2. Het onvermogen om vertrouwen te creëren is schadelijk. Hierdoor ontstaat een tweede frustratie, namelijk de angst voor conflicten. Teams waarin onderling vertrouwen ontbreekt, zijn niet in staat om zich over te geven aan ongeremde en gedreven debatten over ideeën en mogelijkheden. Ze beperken zich slechts tot versluierde discussies en commentaren

3. De afwezigheid van gezonde conflicten legt de basis voor de derde frustratie van teamwork, gebrek aan betrokkenheid. Wanneer teamleden tijdens open debatten niet werkelijk hun mening kunnen uiten, engageren zij zich zelden of nooit en stellen zij zich niet op achter genomen besluiten, hoewel ze tijdens vergaderingen instemming veinzen.

4. Door dit gebrek aan betrokkenheid en engagement gaan teamleden het nemen van verantwoordelijkheid mijden. Dat is de vierde frustratie. Medewerkers kunnen geconcentreerd en gedreven zijn, maar wanneer zij een plan van actie niet van harte steunen zullen zij niet volledig verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen aandeel en zullen zij anderen, die het teambelang lijken te schaden niet of nauwelijks te verantwoording roepen.

5. Door van elkaar geen verantwoording te vragen, wordt een omgeving gecreëerd waarin de vijfde frustratie kan ontstaan. Te weinig aandacht voor resultaten doet zich voor als teamleden hun individuele belangen of de belangen van hun afdeling, voorrang geven boven de doelstellingen van het team.

Met een positieve benadering…

Net als bij een ketting met een kapotte schakel gaat teamwork achteruit als ook maar één enkele frustratie zich kan ontwikkelen.
Door een positieve benadering vanuit tegenovergestelde richting kunnen de teamleden een echt samenhangend team realiseren:
– Ze vertrouwen elkaar
– Ze gaan openlijk de strijd aan over ideeën
– Ze steunen besluiten en actieplannen
– Ze spreken elkaar aan op het realiseren van overeengekomen activiteiten
– Ze concentreren zich op het bereiken van collectieve resultaten.

Dit lijkt eenvoudig en is het ook, in ieder geval in theorie. In de praktijk is echter een mate van concentratie en vasthoudendheid nodig.

De Piramide van Patrick Lencioni

Een makkelijk leesbaar boekje, waarin Lencioni laat zien dat vertrouwen de basis is van samenwerken in teams. Hij beschrijft een pyramide, waarin onderin de basis wordt gelegd met vertrouwen, en bovenin het resultaat wordt beschreven. Kort gezegd:

  • De eerste laag is vertrouwen. Als je elkaar in een team niet vertrouwt, is de kans dat je elkaar eerlijke feedback geeft erg klein.
  • De tweede laag is conflicten. Lencioni noemt feedback ook wel ‘een functioneel conflict aangaan’. Wij gebruiken liever Benoemen Wat Is. Hoe je het ook noemt, als je niet naar elkaar uitspreekt waar je wel en niet in gelooft, zijn teamleden niet betrokken.
  • Betrokkenheid is de derde laag. En betrokkenheid is volgens Lencioni voorwaardelijk voor het nemen van verantwoordelijkheid voor de taken van jezelf en anderen.
  • Als je geen verantwoordelijkheid neemt, als je elkaar niet aanspreekt op wat er moet gebeuren, dan gaat het mis op de volgende laag: het resultaat.
  • En daarmee komen we bij de top van de pyramide: het resultaat.

 

Teamontwikkeling

Teamontwikkeling

Een groep van 2-5 mensen wordt niet zonder meer een team. Ondanks het feit dat er veel over werken in teams gesproken wordt, blijft écht effectief werken in een team iets dat niet uit zichzelf plaatsvindt. In de praktijk zul je vaak geluiden horen zoals: “We zijn geen team, ieder werkt hier voor zich”. Samenwerken in een team roept vaak alleen maar weerstand en vertragingen op. De onduidelijkheid over een team begint in aanvang al als niet helder is wat het team als doel heeft, welke identiteit het wil uitstralen en wat elk teamlid dient bij te dragen.

De team performance-curve

De team performance-curve laat zien hoe moeilijk het is om een écht team te worden, laat staan een high performance team. Anders dan in teams vormen de werkgroepen een optelsom van individuele kwaliteiten.

Mensen die zichzelf een team noemen, maar niet dergelijke risico’s aangaan, worden op z’n best een pseudo-team. Potentiële teams die het risico nemen de curve te beklimmen komen onherroepelijk obstakels tegen. Sommige teams overwinnen die, sommige niet.

Het allerslechtste wat een vastgelopen team kan doen, is weglopen en de team basics te verlaten. Prestaties leveren – en even geen teambuilding – kan deze vastgelopen teams redden, hoe vast ze ook mogen zitten.

Ontwikkelingsproces

Het neerzetten van een goed team is een ontwikkelingsproces. Dat houdt in dat het team door een aantal (groei)fasen en veranderingen heen moet om een high performance team te worden.

De meeste teams gaan door een aantal fasen, maar niet alle teams zijn hetzelfde. De fasen zijn:

1. Werkgroep

Dit is een groep, waarbij het niet nodig is een team te worden. De leden communiceren om informatie uit te wisselen, best practices of om perspectieven te ontwikkelen en om beslissingen te nemen, zodat elk individu binnen het aandachts- of expertisegebied verder kan gaan. Er is geen werkelijke reële reden of verlangen een hecht team te worden met een gedeeld doel, samen doelstellingen te realiseren, gezamenlijk werk of producten af te leveren die grond geven voor een teamaanpak of gedeelde verantwoordelijkheid.

2. Pseudo-team

Dit is een groep waar er een kans zou kunnen zijn om samen te gaan werken. Maar… er is geen focus noch overeenstemming over de collectieve doelstellingen en prestaties. Pseudo-teams zijn het minste van alle teams in termen van prestaties. De energie gaat noch in de individuele prestaties zitten noch in een gezamenlijke prestatie zodat de som van het geheel minder is dan de potentie en prestatie van de individuen.

3. Potentieel team

Dit is een team dat vooruitgang wil boeken als team en werkelijk probeert de prestaties te verbeteren. Typerend is, dat er vaak meer helderheid verschaft is in het doel, de doelstellingen of werk en producten en meer discipline in het nastreven van een gemeenschappelijke werkaanpak. Er is evenwel nog geen collectieve verantwoordelijkheid.

4. Real team

Dit is een groep mensen – een team – met complementaire kwaliteiten die gelijkwaardig verbonden zijn aan een gedeeld doel, doelstellingen en werkbenadering. Daar stellen ze zich ook gezamenlijk verantwoordelijk voor. Deze echte teams zijn de basis voor werkelijke prestaties.

5. High performance team

Deze groep voldoet aan alle eisen van een écht team en de leden zetten zich daarbij volledig en daadwerkelijk in voor de persoonlijke groei en het succes van elkaar. Die betrokkenheid is het kenmerk. Een high performance team presteert significant beter dan andere teams en overstijgt ook de verwachting die elk lid afzonderlijk zou hebben.

Het samenwerkingspad

Door het samenwerkingspad te kiezen, committeren mensen zich aan het risico tegen conflicten aan te lopen, maar ook om gezamenlijk werk c.q. producten af te leveren en collectieve acties te ondernemen. Deze zijn afgeleid van een gemeenschappelijk en gedeeld doel, of een set doelstellingen, een aanpak en een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid.

De schaduwkant van teams

De schaduwkant van teams

De omgeving en context waarin veel organisaties heden ten dage opereren wordt zo complex en veranderlijk, dat deze door individuen alleen eigenlijk niet meer te overzien en te hanteren is. Teamwork krijgt hierdoor een steeds belangrijke en bepalendere rol in organisaties. Veel organisaties realiseren zich dit en investeren dan ook behoorlijk in de samenstelling en de ontwikkeling van hun teams.
(vrij naar Annette Meulmeester)

Houden organisaties evenwel ook voldoende rekening met de schaduwkanten van teams? We weten al jaren dat disfunctionele directie of management teams een behoorlijke impact kunnen hebben op de kwaliteit van besluitvorming en het reilen en zeilen van een organisatie. Toch bouwen we in de praktijk maar weinig mechanismen in om de risico’s hierop te beperken. Met de toenemende onzekerheid, volatiliteit,  complexiteit, ambiguïteit en druk waarmee veel teams te maken hebben, kunnen we ons dat eigenlijk niet permitteren.

Teams

Teams hebben een interessante uitwerking op ons mensen. Ze appelleren aan ons verlangen ergens bij te horen. En dus ook op onze angst om er buiten te vallen. Ze triggeren ons verlangen om gezien en erkend te worden. En daarmee ook onze angst om er niet toe te doen.

Idealiter voelen leden van een team zich met elkaar verbonden en is er een positief en gezamenlijk beeld van het team. Dit maakt dat leden blij zijn lid te zijn van het team. Tegelijkertijd hebben de leden ook nog voldoende binding met de buitenwereld, waardoor ze worden geïnspireerd, nieuwe ideeën en energie verkrijgen en zo nu en dan een reality check opdoen.

Los zand

In de praktijk kom ik soms ‘los zand’ teams tegen. Teams die niet aan het ideaalplaatje voldoen. Er is weinig binding en betrokkenheid bij elkaar en het team krijgt nauwelijks iets van de grond. Energie lekt weg en initiatieven van teamleden om dit aan te kaarten, lopen op niets uit. Leden kiezen er – bewust of onbewust- voor om niet te investeren in het team en hun lidmaatschap.

Soms is dat vanwege de onduidelijke teamdoelstellingen, een gebrek aan purpose, tegenovergestelde belangen of domweg .. tijdsgebrek. Soms ook omdat mensen, op basis van de eerder genoemde sociale behoeften en angsten, het onbewust als risico ervaren om zich te committeren aan het team. ‘Los zand’ teams dragen weinig tot niets bij aan de organisatie, vormen daarmee een risico en vragen om gerichte aandacht.

Hechte teams

Toch dient een organisatie zich meer zorgen te maken over een andere verschijningsvorm van teams. Over een ‘hecht’ team. Dit soort teams kent in de regel juist veel cohesie en er spelen sterke groepswaarden en normen. Bijvoorbeeld: ‘Wij kennen onze markt en klanten door en door, zijn al jaren succesvol als managementteam en we hebben anderen niet nodig om ons te vertellen wat goed is voor onze organisatie”.

Wanneer een ‘hecht’ team druk van buitenaf ervaart, sluiten zich de gelederen. Meningen vanuit de buitenwereld worden niet geapprecieerd, komen minder binnen of krijgen binnen het team een gekleurde betekenis. Het team lijdt veelal aan overschatting van zichzelf, lijkt blind en doof voor kritische signalen en geluiden.

De leden ervaren het team vaak als beklemmend, maar voelen zich te afhankelijk om tegen de groepsnorm in te gaan. Het belang van eensgezindheid weegt zwaarder dan de kwaliteit van de besluitvorming. Het is een bekend mechanisme, ook wel Group Think genoemd. Juist in deze tijd speelt dit mechanisme – veel vaker dan we denken – een rol in directie of management teams en in project teams.

Remedies

Dit soort teamprocessen zijn soms zo dwingend, dat we ons daar maar moeilijk uit kunnen ontworstelen. Tegelijk is het van belang de invloed van deze processen serieus te nemen en mechanismen in te bouwen om die invloed te verkleinen.

Door bijvoorbeeld bij belangrijke besluiten eerst tot individuele standpunten te komen en deze vervolgens pas daarna gezamenlijk te bespreken. En vooral door regelmatig – bij voorkeur individueel en in de ‘buitenlucht’ – te reflecteren op het functioneren van het team en hier indien nodig op in te grijpen. Bijvoorbeeld ook door regelmatig externe deskundigen uit te nodigen in het team. Vreemde ogen dwingen …soms, nietwaar?

Een gezond team

Een gezond team kent heldere grenzen die zorgen voor binding en cohesie, maar die ook poreus genoeg zijn om invloeden van buitenaf binnen te laten. Een gezond team weet hoe elk teamlid denkt, hoe ze besluiten neemt en wat de sterke maar ook de zwakke kanten van het team zijn. Dat tezamen vraagt om een continue ‘helicopter’ aandacht. Zo bouwen we teams die organisaties verder helpen, strategisch weloverwogen beslissen, projecten succesvol afronden, juist in deze tijd!

Valkuilen van teams

Valkuilen van teams

Uitzonderlijk presterende projectteams brengen ook dramatische neveneffecten met zich mee. Dat is de andere kant van de medaille bij het werken in teams waar projectmanagers alert op moeten zijn. Want het kan – dat is gebleken in de praktijk – goed fout gaan…

Het fenomeen is ook bekend als Projectitis. Veel voorkomende valkuilen zijn:

1. Group think

In zeer eensgezinde teams verliezen de leden hun kritisch vermogen. Dit fenomeen vindt plaats als de druk tot saamhorigheid wordt gecombineerd met een illusie van onoverwinnelijkheid. Beslissingen worden dan snel genomen zonder stil te staan en na te denken over alternatieven. Dit leidt vaak tot fiasco’s die nadien voor absurd en onmogelijk worden gehouden. Symptomen van group think zijn:
– de denkwijze wordt niet meer getoetst aan de actuele realiteit:
– het witwassen van kritisch denken – i.c. de Zwarte Hoed van de Bono – en directe druk om eensgezind te blijven:
– een negatieve stereotypering van buitenstaanders; “good guys versus bad guys”
– een tunnelvisie waarbij andere zienswijzen niet worden toegelaten….

2. Bureaucratic bypass syndrome

Projectteams worden vaak gelegitimeerd om bureaucratische regels te omzeilen om het werk gedaan te krijgen. Als daarentegen het passeren van de bureaucratische regels een leefstijl wordt van het team, zullen organisatiemedewerkers die gebonden zijn aan regels en procedures geïrriteerd en vijandig kunnen worden. Uiteindelijk kunnen wegversperringen en tegenwerking het resultaat zijn van deze teamcultuur.

3. Entrepreneurs disease

Projectteams kunnen op dezelfde manier begeesterd worden als startende ondernemingen. Zo’n begeestering is opwindend en draagt veel bij tot het succes van het team.
Maar misbruik kan ook optreden als het team beslissingen neemt die weliswaar goed zijn voor het team maar niet zo goed zijn voor de (moeder)organisatie. Een (moeder-)organisatie die dan neerbuigend wordt bejegend en weggezet als een club van old fashioned, over-the-hill, retarded and jumped-up bo-bo’s.

4. Teamspirit wordt team-ingenomenheid

De opwinding, chaos en vreugde door het werken aan een inspirerend, uitdagend project kan een uitzonderlijke ervaring zijn. Teamleden kunnen zelfingenomen worden door de kansen en uitdagingen van het project en het talent om zich heen. Zo worden aan de ene kant uitzonderlijke bijdragen geleverd binnen het project, maar aan de andere kant – bij beëindiging van het project – gebroken professionele en persoonlijke relaties achtergelaten met burnouts, een leeg gevoel en disoriëntaties.

5. Going native

Deze uitdrukking stamt uit de koloniale tijd toen agenten de gebruiken, waarden en voorrechten van het vreemde land aannamen. Op een wijze die hen niet langer als representant van de natie deed aanmerken.De film “Dances with Wolves” is daarvan een prachtig voorbeeld. Hetzelfde fenomeen kan zich voordoen bij projectteams die full time en langere tijd werken bij de klant en die zich niet meer identificeren met de doelen en belangen van de thuis-organisatie.…

Aanraders

De fenomenen opmerken is een eerste stap. De volgende stap is het nemen van voorzorgsmaatregelen zoals project audits, één of meer teamleden zonodig vervangen, kortstondig kanjers inhuren met ervaring in dit soort valkuilen, VrijMiBo,…

Het vormen van Matrixteams voorkomt een vereenzelviging met het team en ook de afzondering van de (moeder)organisatie. Een andere aanrader is om frequent buitenstaanders in het team erbij te halen om andere denk- ene zienswijzen te introduceren, en innovaties of oplossingsrichtingen in te brengen…

De 5 Gouden Regels voor Projectsucces

De 5 Gouden Regels voor Projectsucces

Wat is het dat grote IT/ICT projecten zo vaak mislukken? Wat maakt dat grote projecten regelmatig het nieuws halen vanwege bijna hilarisch-grote tijds- en budgetoverschrijdingen?

Grote IT / ICT projecten

Met name grote IT / ICT projecten leveren vaak treurige, bijna lachwekkende voorbeelden op van mismanagement. Het is niet voor niets dat er onder projectmanagers de grap rondgaat: “het getal Pi gebruik je bij het berekenen van omtrek en oppervlakte van cirkels. Maar ook bij de overschrijdingsgraad van tijd en budget van grote projecten”.

Overschrijdingen door te hoge ambities en verwachtingen, slechte voorbereidingen, een bestuurlijke desinteresse en dientengevolge een gebrek aan aansturing en mismanagement.

In de afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden dat grote, steeds veranderende opdrachten geeft, en dat bedrijven die zonder morren uitvoeren. De eindverantwoordelijken ontdekken pas veel te laat dat hetgeen ze oorspronkelijk hebben besteld, niet naar wens werkt. Reden is maar al te vaak dat als een opdracht eenmaal is verstrekt, de belangstelling bij verantwoordelijke ministers en hoge ambtenaren wegzakt. Lagere ambtenaren kunnen het verder opknappen. En die blijven aanmodderen totdat het op een gegeven moment echt niet meer gaat.

De 7 Gouden Regels voor Projectsucces

Vanuit historisch perspectief en ruim beschikbare praktijkervaring kunnen we een zevental ‘regels’ – ‘gouden regels’ – opstellen om tot een zo goed mogelijk projectsucces te geraken.

1.    Opdrachtgeverschap

Het liefst heb je als project team een dedicated opdrachtgever die z’n rol op de klassieke wijze invult. Een opdrachtgever die als een bok op de haverkist op het project zit, vanaf het begin tot het einde. Een opdrachtgever die vanaf het begin blij is met wat er gebeurt in het project, omdat door het team helder en duidelijk aan de oplossing van het aangegeven probleem wordt gewerkt. Eentje die ervan overtuigd is en blijft dat aan het einde van het project het probleem naar aller tevredenheid zal zijn opgelost.

Een opdrachtgever dus die serieuze eigenaarschap uitoefent. Een opdrachtgever ook die leiderschap vertoont, korte communicatielijnen hanteert en knopen durft door te hakken als dat nodig is. Die niet bang is om keuzes te maken en besluiten te nemen, wat sowieso aan de orde is in een project. Omdat in een project het team altijd te maken krijgt met (nog niet bewezen) innovaties, onzekerheden, niet ingecalculeerde issues en tegenvallers.

Dan is het ook wel geruststellend als de opdrachtgever voldoende diepe zakken heeft. In andere woorden, voldoende resources ter beschikking heeft om extra werk en uitgaven op te kunnen vangen en eventueel extra mensen in te kunnen schakelen.

2.    Scope en plan

Bij het opzetten en formuleren van een project tis het overdenken van het Wat en het Hoe van groot belang. Om goed na te denken over de scope en het plan c.q. de planning. Wat dient er volgens de verkozen scope allemaal te gebeuren, wat hoort wel bij het project en wat niet, en wanneer is iets goed-genoeg?.

Qua plan of planning is het belangrijk de tijd in de gaten te houden. Ervaren projectmanagers weten dat de tijd zo tussen de vingers wegglipt, als je niet oppast. Het opstellen van een goed tijdpad is een kunst mop zich. Het project opstarten met een (nieuw) team vereist – zeker in het begin- de nodige aandacht en communicatie. Een strak aansturen, een wekelijkse meeting met feedback en feed forward en een goed oog op het functioneren van het team, zijn een must do voor de projectmanager.

3.    Twee koplampen

Dan de 2 Koplampen. Uit de literatuur komt naar voren dat er twee koplampen nodig zijn om “het schip veilig de haven binnen te loodsen”. De eerste is, zoals voornoemd, een dedicated opdrachtgever die boven op het project zit. Die serieuze eigenaarschap uitoefent en knopen durft door te hakken. Die voldoende  steun en vertrouwen van de organisatie ondervindt om het project tot het einde toe te leiden. en het eindproduct verwelkomen, omarmen en volhartig willen implementeren.

De tweede koplamp is een projectteam dat ‘het kunstje’ al eens eerder heeft gedaan. Die daarmee kennis en ervaring heeft opgedaan met dit type projecten. Die praktisch, intuïtief en wijs weet te handelen daar waar het nodig is. Een team dat samenwerken en kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan. Een team ook die weet wanneer ‘vers’ bloed nodig is om succesvol verder te gaan.

4.    KISS principe

Het KISS-principe – Keep It Short and Simple of Keep It Simple and Straightforward – is afkomstig uit de programmeur-wereld. Daar was het in zwang ter vermijding van grote en vooral gecompliceerde programma’s.  Het was in feite een vertaling van Dijkstra’s uitspraak “Simplicity is a prerequisite for reliability” (eenvoud is een voorwaarde voor betrouwbaarheid)

Juist bij grote, complexe, dynamische IT / ICT projecten is het zaak om het ‘simpel’ te houden. Om het project als het ware ‘grijpbaar’ te houden. Om ook met kleine, behapbare, ‘mens-maat’ stappen vooruit te gaan, met stappen die betrokkenen ook kunnen vatten.

Het meest fnuikend voor een IT /ICT project is de vraag naar “connectivity”. Naar een koppeling met andere systemen. Naar bestaande systemen die uiterst ingewikkeld, groot en ambigu zijn – helaas vaak ook aardig verouderd – en daarmee om een complexe aansluiting vragen. Een grotere garantie voor een falen is er bijna niet…

5.    VUCA

In een VUCA-wereld met een toenemende onzekerheid, complexiteit, dynamiek, disruptieve technologische innovaties, snelle sociaal-economische veranderingen, een steeds nadrukkelijker aandacht voor de Sustainable Development Goals, een gewenste flux, … is het zaak om op tijd stil te staan.

Om frequent en grondig te bezien, te reflecteren, of de oorspronkelijke project-premissen nog wel kloppen. Of de doelen en doelstellingen, de vooronderstellingen en de aannames, de context en stand van zaken qua ontwikkelingen, nog overeind staan c.q. hetzelfde zijn als bij aanvang aangenomen.

Eén van de belangrijkste kenmerken van projectmanagement betreft het indelen van een project in ‘fatsoenlijke’ fasen. Ervaren projectmanagers pleiten ervoor om het gebruikelijke “Go – No Go” principe aan het eind van elke fase om te draaien naar een “No Go – Go” principe: “We gaan niet verder tenzij…”. Ergo: altijd “No Go” en alleen een ‘Go” als alle betrokken partijen akkoord kunnen gaan met een voortzetting van het project…

Delen en het geheel

Delen en het geheel

Iedereen beleeft de wereld anders en niemand ziet het geheel. Elk mens benadrukt een bepaald aspect van het leven. Deze verdeeldheid zit besloten in onze werkwoorden: denken, accepteren, begrijpen, constateren, waarnemen, fantaseren, geloven, voelen, werken, willen, etc.

Vragen

Deze werkwoorden sluiten elkaar vaak uit: denken versus geloven, willen versus accepteren, rekenen versus beredeneren. De tegenstelling tussen de werkwoorden hebben en zijn, zien we in de tegengestelde uitspraken ‘ik heb een verstand’ en ‘wij zijn ons brein’. Laat ik eens beginnen met wat vragen voordat we beginnen met antwoorden.

Stel dat alle werkwoorden behoren tot de essentie van het universum met al z’n activiteiten. Simpelweg omdat we het erover eens zijn dat deze activiteiten bestaan. En stel vervolgens dat er een reden moet zijn waarom deze activiteiten bestaan. Dat klinkt mooi maar er ontstaan nu direct vragen zoals: “Wat is de reden van het lijden?” of “Hoe moeten we dromen begrijpen in relatie tot bewijzen?”.

Antwoorden

Als antwoord op deze vragen zeggen we dat we niet alles kunnen begrijpen en niet het vermogen bezitten om objectief een systeem aan te brengen in onze werkwoorden. Waarnemen heeft evenveel waarde als denken, geloven is net zo krachtig als bewijzen en de gave van fantaseren is even waardevol om tot de essentie te komen als falsificeren.

Alle werkwoorden moeten we daarmee beschouwen als methoden  waarmee we een bepaald aspect van de essentie van het universum beleven. Het werkwoord ‘geloven’ geven we handen en voeten met de methode van de religie, het werkwoord ‘zijn’ is het werkterrein van de spiritualiteit, het ‘denken’ is verbonden met de filosofie en de werkwoorden ‘waarnemen’ en ‘constateren’ vormen het vertrekpunt in de wetenschap.

Essentie onthullen

De religie, de wetenschap, de filosofie en spiritualiteit zijn methoden die de essentie onthullen en omdat ze vanuit verschillende invalshoeken de essentie benaderen, kunnen ze ook naast elkaar bestaan zonder dat ze elkaar uitsluiten. Elke methode heeft haar kracht maar ook haar beperkingen en bij elkaar beschouwen we ze als wegwijzers voor de essentie.

Als we een aantal waarheidsperspectieven bekijken, dan valt het volgende op. Elk mens heeft wel een favoriete methode en sommige mensen zijn er heilig van overtuigd dat hun methode de enige ware en enige juiste is. Zulke voorkeuren zien we ook door de tijd in samenlevingen.

Eeuwenlang bezat de Kerk het monopoly op Gods woord. In het klassieke Griekenland bepaalden de filosofische scholen de moraal en tegenwoordig hechten veel mensen waarde aan de wetenschap en het principe van keuzevrijheid alhoewel de verhalen, mythen en  sagen een comeback maken met de complottheorieën.

We agree to disagree

Grosso modo behouden alle methoden hun waarde met als gevolg dat een wereldwijd conclaaf niet verder zal komen dan een uitwisseling van meningsverschillen. De slotverklaring zal klinken als: “We agree to disagree”.

Maar waarom zijn we het niet met elkaar eens terwijl we eigenlijk allemaal naar hetzelfde kijken? We leven allemaal op aarde, we bestaan allemaal uit dezelfde moleculen, we hebben allemaal dromen, gevoelens, gedachten, fantasieën, verlangens en … we gaan allemaal dood.

En toch beleven we de wereld verschillend. De één zal, staande aan het strand en hoge golven waarnemend, bedenken dat hij geen echt goede zwemmer is en besluiten: “ik ga nu niet zwemmen, het is mij te gevaarlijk”. Terwijl de fervente surfer in de hoogste staat van opwinding op zijn board de zee induikt om op de grootste golven te gaan surfen…

We zien slechts delen

We zijn in wezen allemaal hetzelfde, maar we zien en ervaren de wereld verschillend. Op de één of andere manier verdeelt ons dat ook. Dat doet denken aan de parabel van ‘De blinde mannen en de olifant’.

De moraal is dat we slechts een gedeelte van de werkelijkheid ervaren en dat onze methoden ons verblinden voor het grote plaatje. Maar als we onderkennen dat elke methode ons beperkt en als we onszelf de ruimte geven om de wereld vanuit andere, verschillende perspectieven te bekijken, dan zien we de stukjes van een samenhangend geheel.