+31(0) 6 53 24 78 44 info@denhoed-co.nl
De escalatieladder

De escalatieladder

 

De escalatieladder van Friedrich Glasl geeft de ontwikkeling in een conflict weer. Elke stap op de ladder heeft gevolgen voor het gedrag van mensen, voor hun houding en hun manier van denken.

Houding en gedrag

Op basis van de houding en het gedrag, kan een inschatting worden gemaakt waar de conflicterende partijen staan op de escalatieladder.

Dit kan partijen – of de intermediair – een indicatie geven welke interventie er kan worden ingezet, of geadviseerd, om het conflict de wereld uit te helpen.

Het 3-fasen Model

De escalatieladder van Glasl is het meest gebruikte model om de mate van escalatie te bepalen. Met onderstaand overzicht kunnen partijen zien waar ze staan en welk middel daar het best bij past.

1. De relationele fase

Er is een probleem dat men met elkaar bespreekt. Er wordt niet goed naar elkaar geluisterd, men houdt onvoldoende rekening met de belangen en gevoelens van de ander. Men komt er onderling niet uit, maar wil dat wel. De partijen beslissen vaak gezamenlijk om een derde in te schakelen.

Tijdens de relationele fase, de bovenste drie treden van de ladder, speelt het belang van het herstel en behoud van de (arbeids)relatie nog een grote rol. Mensen streven bij voorkeur naar een win-win. Komt men er in deze fase samen – of met behulp van collega’s – niet uit, dan kan een interventie van een derde afdoende zijn om partijen op een goede manier te ondersteunen bij het oplossen van het probleem.

Het vertrouwelijke karakter van een derde kan bijdragen aan een veilige setting waarin mensen zich vrijer voelen om de onderliggende oorzaak van de problematiek bespreekbaar te maken en naar een oplossing te zoeken.

2. De emotionele fase

De gesprekken en contacten over de kwestie lopen uit de hand. Er wordt op de man af gespeeld, het gaat niet alleen over het probleem maar ook over de onderlinge relatie met de andere partij. Men wil er wel samen uitkomen, maar weet niet hoe. Samen naar een professionele hulpverlener stappen, gebeurt niet.  Een derde, die hierop aandringt, is meestal noodzakelijk om het zetje tot een professionele hulp te geven.

Tijdens de emotionele fase, de middelste drie treden van de ladder, wint de emotie – de angst, boosheid, verdriet, gekrenktheid – het vaak van de redelijkheid en ratio. Standpunten verharden zich, empathie en begrip zijn ver te zoeken. Het is winnen of verliezen.

Dreigend gezichtsverlies speelt vaak een rol. Mensen zijn alleen nog geïnteresseerd in hun eigen belang en niet meer bereid ook rekening te houden met het belang van de ander.

Indien het niet meer haalbaar mocht blijken om de relatie te herstellen en te continueren, dan kan worden onderzocht of het nog wel haalbaar is om de relatie op een fatsoenlijke manier, met wederzijds goedvinden, te verbreken.

Er kan dan ook direct worden doorgepakt, wanneer blijkt dat de relatie niet meer te redden valt. Door in deze fase snel te schakelen kan een juridisch gevecht, met alle nare gevolgen en grote financiële risico’s van dien, meestal nog worden voorkomen. Het draait helaas meestal wel uit op een win-lose situatie.

3. De vechtfase

Men voelt zich zo door de ander dusdanig gekwetst en onrechtvaardig behandeld, dat men de ander pijn wil doen. Want,“Wie niet horen wil, moet maar voelen”. Een ander, een (juridisch) expert, moet maar beslissen.

Tijdens de vechtfase, de onderste drie treden van de ladder, is het oorlog. Advocaten zijn meestal al ingeschakeld en partijen zijn niet meer bereid om met elkaar aan één tafel in gesprek te gaan. De ander moet verliezen, zelfs als dit niet in het eigen belang is. Er is een lose-lose situatie ontstaan voor beide kanten.

Wanneer er nog wel belangen zijn om een gerechtelijke procedure te voorkomen – geen rechtsbijstandverzekering, onvoldoende financiële middelen, geen casus opbouw, groot afbreukrisico, geen vangnet, hoge advocaatkosten – dan kan professionele mediation-hulp een laatste redmiddel zijn, om alsnog zonder procederen tot een oplossing te komen. De mediator pendelt dan op en neer tussen partijen – vaak met advocaten – met als doel tot overeenstemming te komen en de relatie – met wederzijds goedvinden – te beëindigen…

 

NB: een uitgebreide beschrijving van de 9 treden van de  Escalatieladder van Glasl is verkrijgbaar bij Tom Willem via denhoed-co.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kern van conflicten

Kern van conflicten

Tegenstrijdige en botsende belangen of een verschil van mening kunnen leiden tot een conflict. Er ontstaat een spanningsveld, een strijd en eindigt soms in ruzie. Het verschil tussen de partijen wordt dan als nagenoeg onoverkomelijk ervaren.

Conflictsituaties

De meeste mensen voelen zich niet prettig in conflictsituaties. Maar conflicten zijn niet alleen maar negatief. Zij kunnen ook leiden tot nieuwe inzichten of een verandering die uiteindelijk heel goed en vruchtbaar blijkt te zijn.

Er zullen regelmatig momenten zijn waarop mensen in een tweestrijd staan over moeilijke, zwaarwegende keuzes die moeten worden gemaakt. Vaak zijn de gevolgen van de beslissing, de effecten en consequenties op lange termijn, nauwelijks te overzien.

Innerlijk conflict

De gevolgen lijken soms zelfs onoverkomelijk, zeker als er sprake is van een innerlijk conflict. Denk bijvoorbeeld aan de adolescent die besluit om eindelijk uit de kast te komen, terwijl dat ingaat tegen de opvattingen van de eigen religieuze overtuiging.

Hoe ga je, als jongvolwassene, om met conflicten met anderen, conflicten die door jouw keuze zijn ontstaan? Hoe vertel je jouw ouders bijvoorbeeld dat je gaat stoppen met de door hen betaalde studie? Hoe vertel je jouw vriend(in) dat je eigenlijk iemand anders leuker vind en daarmee wil gaan samenwonen? Maar ook, hoe vertel je jouw vader dat je moeite hebt met de autoriteit van zijn nieuwe vriendin en haar niet accepteert als jouw nieuwe moeder?

Hoofdmotieven

Er zijn twee hoofdmotieven te noemen die bepalen hoe mensen handelen in conflicten. Je kunt namelijk gedreven worden door:

  • de behoefte aan relaties, de zorg voor anderen en de relaties met anderen;
  • de zorg voor het eigenbelang, assertiviteit; de behoefte aan onafhankelijkheid, eigen keuzes kunnen maken, aan autonomie.

In de puberteit is de behoefte aan relaties overheersend. Geaccepteerd worden, in ieder geval door leeftijdsgenoten, staat centraal. Hoor je er bij of niet?

In de adolescentiefase ontwikkelen en presenteren jongeren zich meer als individu. Hiervoor heeft een jongere een bepaalde mate van assertiviteit nodig, maar wel in de vorm van passend volwassen gedrag. De adolescent die dit (nog) niet kan, zal bij dreigende conflicten:

  • geen verantwoordelijkheden nemen maar proberen het conflict te ontlopen  
  • of doorslaan in pogingen om invloed uit te oefenen, bijvoorbeeld door starheid, dominant of agressief gedrag.

Een jongere die bang is om afgewezen te worden door de vader of de moeder, familie, vrienden of anderen, zal:

  • vooral proberen de bestaande relaties goed te houden
  • of zich terugtrekken en nalaten voor de eigen mening uit te komen.

Dit kan betekenen dat zo’n jongere de kansen om zelf vorm te geven aan zijn / haar leven aan zich voorbij laat gaan.

Conflicten op het werk

Iedereen raakt wel eens verzeild in een conflict op het werk. Beroepen waarin je goed met conflicten om moet kunnen gaan, zijn met name de managers, P&O-adviseurs, en consultants.

Op zich hoeft een conflict geen probleem te zijn, maar je moet er wel mee kunnen omgaan. Voordat je het weet maak je elkaar uit voor van alles en is het oorspronkelijke verschil van mening of inzicht tot een echte, hevige ruzie opgelaaid.

Of… je bewaart de zoete, lieve vrede, maar kun je de ander daarna nooit meer recht in de ogen kijken en je ontwijk hem / haar zoveel mogelijk. Wat nu is wijsheid in zo’n geval?

De kern van een conflict

Een conflict is een situatie waarin twee of meer mensen tegengestelde meningen, wensen of grenzen hebben. Je hebt dus in ieder geval een meningsverschil.

Bij een conflict speelt er echter meer mee dan alleen de inhoud of de kwestie op zich. Een conflict ontstaat als mensen in een meningsverschil niet meer naar elkaar luisteren en niet tot een oplossing kunnen komen. Dat komt omdat gevoelens, emoties en/of botsende persoonlijkheden een rol spelen. Het wordt dan erg lastig om vriendelijk en empathisch te blijven en naar de ander te blijven luisteren. Toch is dat vaak wel de weg naar een oplossing.

Nut conflicten

Hoewel conflicten niet prettig zijn, zijn ze wél ergens goed voor. Je leert je eigen grenzen beter kennen, want een conflict is een signaal dat er een grens is overschreden. Beide partijen laten het achterste van hun tong zien en komen écht voor hun mening en ongenoegens uit. Het uitspreken – uitschreeuwen – van wat je dwars zit kan ontzettend opluchten als het conflict al een tijd in de lucht hing.

Een conflict kan een vernieuwing in een relatie teweegbrengen. Je bezint je weer op je eigen belang en je uitgangspunten, de ander doet dat (hopelijk) ook. Vernieuwing kan in dit geval ook betekenen dat je afscheid van elkaar neemt, als de tegenstellingen of conflictpunten onoplosbaar zijn.

Veel voorkomende conflicten

Mensen zijn verschillend en soms bijten de verschillende karakters elkaar. De Myers-Briggs Type Indicator bijvoorbeeld kan helpen om conflicten te verklaren. De mensen die een J op het eind van hun type-afkorting hebben, houden van een strak planning, terwijl de mensen met een P meer uitstellers zijn, maar wel op tijd klaar kunnen zijn. Ook de Belbin rollen kunnen conflicten verklaren. Een dubbeling van een Voorzitter-rol bijvoorbeeld geeft bijna altijd conflicten. Dat geldt ook voor een Plant en een Afmaker.  De Enneagram beschrijft negen persoonlijkheidstypes. Het is niet verwonderlijk dat verschillende types, met ieder hun eigen drijfveren en behoeftes, soms met elkaar in de clinch komen.

Als je jezelf als mens ontwikkelt, bijvoorbeeld door assertiever en directer te worden, kun je nog wel eens in conflict komen met je omgeving. Immers, als mensen van jou gewend zijn dat jij je altijd aanpast en anderen gerieft, moet je nog wel een strijd leveren als je dat ineens niet meer doet. Dan leer je ook meteen conflicten aangaan, als ultieme test voor jouw assertiviteit.

Als een klant een klacht heeft of ontevreden is over de dienstverlening en bij jou verhaal komt halen, dan zijn mensen vaak al geïrriteerd aan het begin van het gesprek. Als je dan met zo iemand in discussie gaat, barst geheid de bom en heb je zo een serieus conflict te pakken.

Consultants

Veranderingstrajecten brengen altijd conflicten met zich mee. Daarom wordt van een consultant verlangd dat hij / zij goed met conflicten om kan gaan. Ze dienen helder en duidelijk te kunnen  formuleren wat belangrijk is. Als hun inzichten, overwegingen en standpunten namelijk niet goed onder woorden gebracht of visueel gemaakt kunnen worden, dan lopen zij het risico van mis-communicatie en de escalatie van een (sluimerend) conflict.

Consultants dienen zich altijd af te vragen: “wat wil ik bereiken en hoe ga ik tot een oplossing komen?  Wat is mijn relatie, mijn rol en mijn opstelling in deze en hoe kan ik tactvol handelen bij een oprijzend conflict.

 

Ondersteunende competenties bij conflicthanteringen

Ondersteunende competenties bij conflicthanteringen

Consultants en coaches zullen – zeker bij organisatieveranderingen – regelmatig tegen conflicten aanlopen. Conflicten tussen mensen maar ook conflicten tussen zekere groepen van mensen.

In het hanteren van conflicten zijn dan een aantal competenties wel handig om paraat te hebben:

Analytisch vermogen: als je hoofd- en bijzaken kunt onderscheiden is een conflict makkelijker oplosbaar

Assertiviteit: om te voorkomen dat je zelf in een conflictsituatie terechtkomt en om er – als je er dan toch in verzeild raakt – weer uit te kunnen komen, is het handig als je assertief bent. Dan kun je zowel je eigen belangen als die van een ander in het oog houden

Inlevingsvermogen/empathie: je kunnen verdiepen in de gedachtengang en gevoelens van een ander, maakt dat je meer begrip kunt opbrengen voor een ander

Verantwoordelijkheid: als je manager bent bij een conflict dat de samenwerking binnen de organisatie in de weg staat, dan zul je zelf ook energie moeten steken in de oplossing

Omgaan met diversiteit: veel conflicten ontstaan doordat één partij normen en waarden hanteert, die voor de ander vreemd of niet acceptabel zijn

Aanpassingsvermogen: ook als een partij wat heeft moeten inleveren in de oplossing van het conflict, dan zullen – zeker in een team of organisatie – partijen verder moeten met elkaar en wel met degene met ze het conflict hadden. Ze moeten zich dus ook wat aanpassen

Tact: als iemand een conflict wil managen, weet dan en wees e alert op, dat alles wat er gezegd wordt, kan werken als een rode lap op een stier. Met tact – en soms met wat humor – voorkom je dat het verder uit de hand loopt

Stiltes hanteren: stiltes in een conflictsituatie zijn net zo waardevol als de discussies. Stiltes geven beide partijen de mogelijkheid tot rust en zelfreflectie. Geef stiltes de ruimte en laat ze niet te snel invullen

Auditief en non-verbaal: het is handig om tijdens het conflict, tijdens de discussies ook te letten op  de toon en het non-verbale gedrag. De zogenaamde ondertiteling geeft soms meer aan dan de woorden. En: “c’est le ton qui fait la music..”.

Proceskennis: vanuit de psychiatrie zijn een aantal typische conflictueuze processen onderzocht. Eén van de meest bekende daarin is de Drama-driehoek, waarbij er een achtervolger, een slachtoffer, en een redder hun rol spelen. 

Dante’s kromme

Dante’s kromme

Dante’s kromme geeft het proces en de fasen weer waar een mens, een groep of een organisatie doorheen gaat bij onvermijdelijke en pijnlijke veranderingen.

Menselijke processen

De oude komedies en sagen verhalen al van dergelijke processen. Het meest uitgebreide proces is beschreven in Dante’s Goddelijke Comedie, vandaar ook de naam van deze kromme.

Het waren vooral de psychologen die in de bedrijfskunde de aandacht vroegen voor de diepgaande menselijke processen die zich voordoen bij onafwendbare, onvermijdelijke en onomkeerbare situaties met een grote impact op het gevoelsleven.

Vanuit ervaring met stervensbegeleiding vroeg Kübler-Ross aandacht voor het diepe proces waar mensen in terecht komen als ze bijvoorbeeld te horen krijgen van een dodelijke ziekte en daarmee van een onvermijdbare en permanente verandering in hun leven.

Eigenschappen

Terminale mensen stelden zich minder ontkennend op of doorliepen de fasen beter als zij de volgende drie eigenschappen vertoonden:

  1. Bereidheid om diepgaand over de eigen ervaringen te spreken;
  2. Gelijkwaardigheid. In staat zijn een werkelijke dialoog aan te gaan met anderen, waarin men van beide kanten deel heeft aan wat de ander ‘werkelijk’ ervaart;
  3. Zowel de goede als de slechte kanten van iets kunnen accepteren.

Veranderingen

Elk veranderingsproces, elk teamproces en wellicht elke relatie en diep persoonlijk proces, kent een dergelijke kromme. Ook crisis-, verander-, innovatie- en fusieprocessen in organisaties kunnen vergaand en diep ingrijpen in het werken en leven van mensen. Dante’s kromme geeft aan hoe mensen veranderingen beleven en omgaan met veranderingen.

Veranderingen zorgen ervoor dat:

  • mensen uit hun comfort-zone worden gehaald
  • oude banden worden verbroken
  • werkprocessen diepgaand veranderen
  • jouw maatjes ineens ergens anderswerken
  • er andere procedures gaan gelden
  • het dagelijkse ritme anders wordt
  • de oude kennis en ervaring niet meer toereikend en zelfs niet meer geldig is
  • er nieuwe kennis en ervaring opgedaan moet worden
  • de natuurlijke en vanzelfsprekende aanpakken (cultuur) niet meer geldig zijn…

Weerstand

Bij zo’n proces worden dus veel dingen overhoop gehaald. Dat is ook de oorzaak en reden van de weerstand die optreedt. Het proces kan voor de één trager verlopen en emotioneel diepgaander zijn dan bij de ander.

Het spreekwoord ‘des te dieper de dalen, des te hoger de toppen” gaat hier op. Als je niet door de hele kromme gaat, door de put met het spreekwoordelijke hellevuur wat je zuivert van alle mogelijke on-zin, dan ontwikkel je je ook niet zo snel jouw ware menszijn, jouw zuivere persoonlijkheid. De mensen die werkelijk de bodem van de put durven te raken, komen er doorgaans ook veel beter uit. Daar wordt het niet leuker of aangenamer van, maar het geeft wel aan dat het soms goed is om echt diep te gaan.

De ervaring leert dat…

De ervaring bij Dante’s kromme indiceert dat het, in het proces voor de bodem, niet verstandig is om daar al met mogelijke oplossingen te komen. Men is immers nog bezig met een rouwproces, met gevoelens van verlies en verdriet.

Soms is het – als facilitator – zelfs wijs om juist wat zout in de wonde te strooien. Om de mensen daadwerkelijk en concreet met de wellicht nog niet geheel ervaren, harde realiteit in aanraking te brengen.

 

Probleemniveau analyse

Probleemniveau analyse

Een probleem kan op meerdere wijzen benaderd worden. Veelal zal een manager die een probleem ervaart of een probleem op z’n bord krijgt, proberen dat op zijn niveau en met de mogelijkheden en middelen die hem/haar ter beschikking staan, op te lossen. Op meta-niveau het probleem bekijkend, wellicht niet altijd even handig en verstandig. want, wat als het probleem een symptoom is? Dan blijft het dweilen met de kraan open.

Zeker bij organisaties waar het de gewoonte is om problemen naar beneden te delegeren, zou een propere probleemniveau analyse wel eens tot verrassende uitkomsten kunnen leiden…

Einstein: We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt. Origineel: We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them.

Het verhaal van de melkberg

De subsidie regelingen en het fiscale klimaat hadden er voor gezorgd dat er een gigantische hoeveelheid melk werd geproduceerd. De dames hadden reuze hun best gedaan en de melk was van goede kwaliteit. Iedereen blij dus? Nou, neen… De melkberg was zo groot dat er een serieus probleem was ontstaan. Waar al die melk te laten? De tanks zaten vol. Invriezen was niet echt een mogelijkheid. De boter- en kaasmakerijen liepen al op volle toeren.

Creatieve ondernemers waren aan het nadenken over wat te doen met al die melk. Melkpoeder maken en naar Afrika of China verschepen leek een aardige oplossing maar qua kosten kon het niet uit. Zo veel mogelijk boter en kaas maken leek de EU-ambtenaren in eerste instantie een goede oplossing omdat – zo bedachten zij – de melk op deze wijze langer bewaard kon worden. Toen de koelhuizen begonnen uit te puilen, begreep men dat deze oplossing ook geen blijvend soelaas kon bieden.

Probleemniveaus

Het probleem van de melkberg naar verschillende niveaus overziend en al analyserend, werd het duidelijk dat:

  1. er veel melk was
  2. er heel veel koeien waren
  3. er veel boeren waren met koeien
  4. er inmiddels veel landen in de EU waren met veel boeren
  5. dat diverse subsidie regelingen en fiscale voordelen in de verschillende EU-landen de boeren hadden verleid tot het overgaan naar melkveehouderijen
  6. dat veel politieke partijen er baat bij hadden hun boeren te steunen
  7. de verschillende subsidies, heffingen, in- en export regelingen een waar (deels illegaal) circus hadden gecreëerd waar melk – en later boter en kaas – per vrachtauto werd rondgepompt binnen de EU.

Wat te doen?

Op elk niveau zijn er mogelijkheden en onmogelijkheden om zaken te regelen. Bij bedrijven worden managers doorgaans ingehuurd om problemen op te lossen. Met hun opleiding en ervaring, daadkracht en dadendrang lukt dat in de meeste gevallen wel, maar… het is niet altijd de meest optimale oplossing.

Zo ook bij de melkberg. Op elk niveau waren er wel oplossingen te bedenken. Minder koeien, minder boeren, quota’s per land, subsidies afbouwen en heffingen en regelingen Europees normaliseren, etc. Men besefte wel: “een trap moet je van bovenaf schoonvegen”, maar de politieke belangen en de machtsstructuren beletten een Europese aanpak. In arren moede is tenslotte gekozen voor een – suboptimale – aanpak per land.

Procesmatig kijken

Edward de Bono werd gevraagd eens creatief te kijken naar de vervuilende industrieën die hun afvalwater loosden op de rivier. “Oh, geen probleem. Vraag de industrieën gewoon om hun afvalwater stroomopwaarts te lozen. Dat zal voorkomen dat ze giftige stoffen in het water dumpen die ze niet kunnen hanteren bij de intake van proces- en koelwater“.

Over stroom-opwaarts en stroom-afwaarts gesproken. Bij het internationale adviesbureau had de administratie die grootste moeite om facturen correct en op tijd de deur uit te krijgen. Voornaamste reden was dat adviseurs hun urenlijsten en onkosten-nota’s niet op tijd, onzorgvuldig of soms zelfs foutief ingevuld, inleverden. Niet gek dan dat ‘stroom-afwaarts’ de administratie de nodige problemen had.

De onenigheid bij drie organisatie-onderdelen ging over het financieren van een investering. De investering was terecht, het probleem werd opgelost, daar waren de drie managers het over eens. Alleen de kosten en de baten vielen op verschillende plaatsen. Het overgrote deel van de baten zou stroomafwaarts vallen, bij de Verkoop van Diensten, terwijl die maar 1/3 van de kosten wilden dragen. Tijd voor grondig overleg?

Journalistieke en politieke wijze van kijken

De journalistiek en de politiek kijken – volgens de spin doctors – vooral naar de Human Interest en het Conflict.
Bij Human interest gaat het over mensen en over menselijke zorgen, problemen en gevoelens
Conflict betekent letterlijk: botsing, strijd, verschil van mening. …
Een conflict is een situatie waarin twee of meer partijen – individuen of groepen – die behoren tot één sociaal systeem, dingen nastreven die onverenigbaar zijn, en daardoor in botsing komen.

Zijn Human Interest en Conflict allebei hoog genoeg opgelaaid, dan komt de zaak onder de aandacht van journaille en politiek, maant men tot maatregelen en komt de politiek – op een bepaald, voor de hand liggend, politiek handig en kostenbewust niveau – tot passende maatregelen en/of onderneemt zekere probleem-oplossende acties.

Dynamisch model voor Oordeelsvorming

Dynamisch model voor Oordeelsvorming

 

Dynamisch model voor Oordeelsvorming

Niet veel mensen nemen de moeite om methodisch tot een oordeel te komen. Dat kost inspanning.

Dynamisch model

Soms is het ook te confronterend. We nemen liever stereotypische beslissingen en passen jumping-to-conclusions toe. Of drukken een mening door. Veel vraagstukken zijn op die manier makkelijk oplosbaar. Soms, met een lastig vraagstuk, is helderheid, volledigheid en objectiviteit belangrijk en is een zorgvuldiger proces nodig.

Dit dynamische model gaat er van uit, dat een complete oordeelsvorming over een vraagstuk bestaat uit inzicht in Feiten,  Begrippen en Ervaringen, waarna voor het Vraagstuk relevante en haalbare Doelen gesteld worden, die logischerwijze leiden tot het inzetten van Middelen om die Doelen te kunnen bereiken en een nadenken over met welke mogelijke Acties en hoe de Doelen bereikt kunnen worden. 

Lemniscaat

Het lemniscaat-model duidt erop, dat de oordeelsvorming heen en weer beweegt over deze 10 invalshoeken (incl. Vraagstuk). Als een levendige dialoog tussen personen (of organisaties), die niet allemaal hetzelfde over het voorliggende (complexe) vraagstuk denken.

Het woord Feiten wordt gebruikt voor parameters, die objectief zijn vast te stellen. Dat wil zeggen, dat de betekenis voor iedereen dezelfde zou moeten zijn en waarover geen discussie bestaat. Onder Meningen en onder Ervaringen wordt alles verzameld, wat men vindt of heeft ervaren met betrekking tot het Vraagstuk, zolang het geen Doelen, Middelen, Acties of Feiten zijn.

Tijdselement

Er zit een tijdselement in het model: Feiten, Meningen en Ervaringen zijn in het Verleden gevormd. Als meer mensen zich samen over het Vraagstuk buigen, dan bevinden zij zich met het vraagstuk in het heden, het Nu. De Doelen, Middelen en Acties om die Doelen te bereiken, bevinden zich in de Toekomst.

Het vraagstuk moet zó geformuleerd zijn, dat daar geen twijfel of onduidelijkheden over bestaan in de groep, die met behulp van dit model in dialoog gaat. Het is verstandig om dat vooral vooraf te verifiëren, maar zeker bij de start van de dialoog.

Moderator

Van belang in het proces is een neutrale moderator, een procesleider, die helpt om de genoemde Feiten, Meningen en Ervaringen en de Doelen, Middelen en Acties beknopt te formuleren (een paar woorden is in de regel genoeg). Zeer belangrijk is, dat er geen enkel Feit, Mening of voorgesteld ander punt verkeerd is en dus altijd op één van de flappen wordt genoteerd (de deelnemer wordt gehoord)

Handige moves en vragen in dit dynamische model voor oordeelsvorming zijn:

– schakelen van Verleden naar Toekomst – of juist naar het hier en nu – als het niet duidelijk is hoe een deelnemer zich verhoudt tot de informatie uit verleden en/of de toekomst. De verschillende deelnemers zitten niet altijd in dezelfde gespreksrichting. De één zit oude koeien uit de sloot te halen (verleden gericht) terwijl de ander al met oplossingen bezig is (toekomst gericht);

– terugkeren naar het Nu, het heden in het midden van het model, met vragen als: “Waarom zitten jullie hier ook al weer?”,  “Wat was het vraagstuk en wat is het nu?”, “Hoe ver zijn jullie nu? En hoe voelt dat?” of “Met welke vraag of met welke invalshoek willen jullie nu verder?”;

– samenvatten met behulp van de informatie uit alle velden;

– het proces, dat de moderator op meta-niveau heeft waargenomen, in de vorm van een gesprekspatroon terugkoppelen naar de deelnemers.

Driefasen en -lagen model

 

Verleden                                Heden / Nu                            Toekomst

(‘kennen’)                              (‘Vraagstuk’)                         (‘keuze’)

Feiten                                     Aannames                              Doelen

Begrippen                               Veronderstellingen                Middelen

Ervaringen                              Gevoelens                             Acties

 

Proceskompas

Zo kan dit dynamische model voor oordeelsvorming als proceskompas dienen in alle fasen van een (groot en/of complex) keuze-proces.

Bijvoorbeeld in de exploratiefase om van het verleden naar de toekomst te komen. Door de feiten, begrippen en ervaringen op een rijtje te zetten richting belangen (doelenveld).

In de onderhandelingsfase in het afstemmen tussen belangen en mogelijkheden (doelen-, middelen- en actieveld).

Of in een afsluitingsfase met de afstemming tussen gemaakte afspraken en de vraag of alle vragen, en de daarmee gepaard gaande gevoelens, behandeld zijn (van middelen en acties weer naar het gevoelensveld).